december 28, 2022
Geschreven door: admin

#SR50 – De lijst der lijsten

Sommige jaren worden door (mph) ‘non-jaren’ genoemd. Van andere jaren hadden we collectief gewild dat het non-jaren waren. 2022 valt in die tweede categorie. Historische, sociale, politieke, militaire en andere dilettantistische analyses gaan we niet voor de umpteenth keer maken of echoën – u weet immers dat De Tafel Van Vier de Actualiteit dagelijks met gewette messen fileert – en al zeker niet wanneer 2022 alsnog op het punt staat om een kleine dosis gebalde vreugde te brengen. Want inderdaad, het is weer zover: de Eindlijst, de waardemeter voor uw Cultureel Kapitaal is er. En nou ja, zeg het maar hoor, het is weer een Lijstje geworden. Deze keer niet nodeloos in vijf delen gekapt, maar in één langgerekte slinger voor u gedrapeerd.

De lijst werd gevormd door onze tafel van vier, waarbij net als bij Gert Verhulst soms een contradictorische vijfde persoon aanschuift. (vg), (ld), (mph), (sc) en de tijdelijk vanuit hiatus teruggekeerde (sb) leiden u doorheen wat als de gesublimeerde actualiteit van het verleden jaar mag gelden. Van Christine McVie tot David Guetta, van Azzedine Ounahi tot de Messias zelf. Van onze eigen hypocrisie tot de vaststelling van een eeuwige herhaling. Dit is de #SR50 van 2022!

50. Ze vallen als vliegen

‘De dood is een natuurlijk deel van het leven’, zou de Qatarese overheid zeggen. En dat is natuurlijk maar net zo. Op lange termijn zijn we immers allemaal dood, getuige een breed spectrum aan vertrekkers, van Queen Elizabeth II tot Michail Gorbatsjov. Toch begint het besef te dagen dat ook de voorvaders en -moeders van de moderne ‘populaire’ muziek ons in brede trossen aan het verlaten zijn. 2022 was op dat vlak een teken aan de wand. In 2022 namen we afscheid van een verscheiden, maar tekenende rits artiesten, met als meest recente voorbeelden nog Maxi Jazz en Christine McVie. Eerder waren er ook al Gal Costa, Betty Davis, Jerry Lee Lewis, Meat Loaf en Olivia Newton John, om maar enkele dragende namen in -toegegeven – zeer specifieke stijlen te noemen. Dichter bij huis namen we afscheid van onder meer Arno Hintjens en Henny Vrienten. De tijd verteert uiteindelijk alles, maar het hardnekkige geloof in het eeuwige leven van de show- en frontrunners blijven we nog even aanhangen. Tegen beter weten in.

49. Cheri Knight – American Rituals

2022 was ook een beetje het jaar van de revival van de 80s-revival van 60s-minimalisme. ‘American Rituals’, een collectie composities van Cheri Knight die 40 jaar na datum weer boven water komen, bieden het antwoord op de vraag: wat als Kraftwerk niet met synthesizers maar enkel met samplers had gewerkt? De instrumentatie is Spartaans, met een stem, handengeklap en een marimba in de hoofdrol, occasioneel aangevuld met andere instrumenten als glockenspiel en piano. Cheri Knight ontleent haar muzikale taal, waarin herhaling en phase shifting centraal staan, aan Steve Reich en Terry Riley, maar lijkt eerder gericht op meditatie dan op het teweegbrengen van een esthetische ervaring.

48. The Cure tussen Kunst en Kitsch

‘Tranen reinigen het hart’, zei Dostojevski. Serge Simonart zei dan weer: ‘Nu hou ik erg van die donkere, hypnotische pletwalsen van songs. Maar je moet het verschil kennen tussen melancholie en depressie om ze echt te waarderen.’ En wie zijn wij om hen tegen te spreken. Een langverwachte passage van The Cure in het Sportpaleis bevatte enkele nummers van de al langer aangekondigde plaat ‘Songs of A Last Word’, die volgend jaar zou moeten uitkomen.

Tachtig procent van de bijna 20.000 man pas uit hun wachten verlossen tijdens de tweede encore met wat bijna de klassieke parodie geworden is – ‘Friday I’m in love’, ‘Close to Me’, ‘In Between Days’, ‘Just Like Heaven’ en ‘Boys Don’t Cry’ – en in de plaats daarvan na een half uur regengeluiden openen met het onbekende ‘Alone’ is natuurlijk briljant. Maar verder is het nog steeds niet duidelijk wat we moeten met nummers als ‘And nothing is forever’ en ‘I can never say goodbye’, over persoonlijk afscheid (en het quasi-vaarwel van Simon Gallup?) tegen een achtergrond van pure kitsch. Zo lijkt het spanningsveld dat al jaren opbouwt (denk The Top in ’85, toen zonder Gallup) tot een culminatiepunt te komen. We zijn benieuwd naar volgend jaar. Of een van de jaren daarna. Misschien zien we Robert Smith eerst nog met Siouxsie Sioux deze zomer.

47. Spirit Exit cementeert de sterrenstatus van Caterina Barbieri

Een terechte afsluiter van Rewire in april van dit jaar: Caterina Barbieri, die in 2022 haar status als synth-virtuoos consolideerde met ‘Spirit Exit’. Op ‘Spirit Exit’ komen haar opleiding als klassieke gitariste, haar onderzoek naar machine learning, en haar voorliefde voor de mystiek van St. Teresa d’Avila samen in een synthese. Een synthese die eerder voor de koptelefoon dan voor de concertzaal of club lijkt te zijn gemaakt, wat dan misschien weer te maken heeft met de ontstaansgeschiedenis van het album, opgenomen in isolatie tijdens de pandemie. De verstrengelde synth-arpeggii en pointillistische melodieën zijn er nog steeds maar klinken nu onaards en dissociatief, op een manier die bijna doet denken aan Oneohtrix Point Never op ‘Garden of Delete’. ‘Spirit Exit’ is intenser, kleurrijker, en Barbieri klonk in 2022 zelfzekerder dan ooit.

46. Meakusma last een pauze in

Vier dagen lang was het voor de modale liefhebber van experiment en/of Brusselse hipster weer feest in Eupen. Na een pandemie en overstromingen kwam Belgiës beste festival weer door de grote poort terug… om na afloop aan te kondigen dat we elkaar pas in 2024 zullen weerzien. De reden: alle problemen van twee afgelaste edities, (wellicht) overwerkt personeel en dus de noodzaak om even een ‘break’ te nemen. Moedig en voorbeeldig, maar tegelijk ook een teken aan de wand. Meakusma kon rekenen op grote steun vanuit de Duitstalige gemeenschap, maar met de lokale overheden wil het nog niet zo vlotten. Terwijl Meakusma Eupen op magistrale wijze op de kaart zet. Ook vragen we ons af: als het daar – uitverkocht of niet – al zo lastig boeren is, wat moet dat dan niet zijn op soortgelijke festivals die op minder goodwill kunnen rekenen of met een tegenvallende kaartverkoop te maken krijgen? Nou ja, dat antwoord kennen we eigenlijk al. Meakusma is dan ook de ongekroonde opvolger van Incubate Festival.

Zolang het in 2024 maar weer plaatstvindt. Tot dan hebben we talloze herinneringen om ons aan op te warmen, evenals vele ontdekkingen. Zoals het geweldige Lilly Joel plays the Organ.

45. Het jaar van Georgia Ellery

Londen is een fijne stad. Met hoeveel letters spel je ‘dat’? Net als uitvoerig beschreven in het grootse nummer 40 uit deze lijst, is Brixton de betere potgrond voor muzikaal talent. Iets met een melting pot, een ongebreidelde toegang tot experiment én een schare aan goed opgeleide, petty Guildhall-studenten die besloten hebben om zich daar te vestigen. Het is voor velen een gevalletje hate to love en love to hate. Eén persoon verdient in 2022 een uitgelichte status. Violiste, gitariste en zangeres Georgia Ellery bracht zowel met Black Country, New Road als met haar project Jockstrap (samen met Taylor Skye) een referentieplaat uit in het lopende jaar des Heren. In twee verschillende gedaanten uitpakken met een klepper is weinigen gegeven, laat staan om dat in hetzelfde jaar te doen. Dat met een levenservaring van slechts een kwarteeuw bewerkstelligen maakt het geheel nog wat straffer. Misschien vinden we een clue in Ellery’s erotische, Madonneske teksten en is het net dat: échte jeugd – ergo openheid – wint uiteindelijk altijd.

44. Harry Styles: post One Directionem, ergo propter One Directionem

Wat weinigen weten, is dat 2022 eigenlijk al begon in november 2021, toen de foto’s van Harry Styles in Vogue de aanleiding voor heel wat ophef waren. Thema’s als genderfluïditeit en queerbaiting werden na jarenlange pruttelende debatten naar de voorgrond geduwd door Erkende Publicaties. Styles zelf zag zijn protosterrenstatus in parallel opgewaardeerd worden tot een – hoewel soms fel gecontesteerde – artistieke erkenning, in de vorm van een soort post-One-Directionem-ergo-propter-One-Directionem. Styles wordt geroemd voor zijn algemene aandacht voor het mentale en fysieke welzijn van zijn fans. Ook tijdens shows zorgde hij voor een soort gedragen normaliteit van het zorgen-voor, als u ons dit Heideggeriaanse sjibbolet vergeeft. 2022 was echter the full experience voor Styles: ook aan negatieve zijde viel er een en ander op te merken. De spanningen rond de release van de film ‘Don’t Worry Darling’ waren van die aard dat het grote publiek leek te beseffen dat niet al dat glinstert goud betreft. Het is een teken des tijds, en vooral ook van 2022: wie maatschappelijk en artistiek de stratosfeer raakt, zal minstens een paar keer opnieuw in de oceaan (moeten) storten voor de ogen van datzelfde hongerige publiek. Maar zelfs getooid in een zeiknatte jurk is een potentieel belangrijke eerste stap gezet, wat je ook denkt van de muziek.

43. Drew Daniels zachte, roze waarheid

Stilaan een vaste klant in onze lijsten: de geluidskunstenaars van Matmos. Drew Daniel en M.C. Schmidt zijn de laatste jaren niet te stoppen geweest. Met ‘Regards/Ukłony dla Bogusław Schaeffer’ bracht het duo dit jaar een bijzondere ode aan de recent overleden Poolse componist Bogusław Schaeffer, die behoorlijk onbekend is buiten Polen, maar een inspirerende oeuvre bij elkaar wist te schrijven dat de vrijgevochten esthetiek van Matmos ademt. Er is weinig meer Matmos dan een conceptalbum over een onbekende Poolse componist, uiteindelijk. Drew Daniel kwam naast deze verderzetting van de batshit Matmos-discografie ook met een nieuwe The Soft Pink Truth. ‘Is It Going to Get Any Deeper Than This?’ is anders dan delen van de Matmos-plaat een dansbare, ietwat kitschy aandoende versie van het drama van 2022. Het is allemaal ‘té’, maar als geheel gewoon raak. Daarbij is het zoals Daniel zelf zegt ‘moeilijk te ontkennen dat albums met een vraagteken in de titel altijd briljant zijn’.

42. We Cry Together: the cold shoulder

Ergens middenin verscholen in de tracklist van ‘Mr. Morale & The Big Steppers’ van Kendrick Lamar vinden we de verontrustende interlude ‘We Cry Together’. Daar waar dergelijke skits vaak aan de aandacht van de luisteraar ontsnappen, werd er in menig huiskamer ongemakkelijk over stoelvlakken geschuifeld toen het ‘duet’ tussen Lamar & Taylour Paige door de speakers galmde. De tweestrijd tussen beiden, meer kijkfile dan volwaardig nummer, bleek voor velen een brug te ver. Zelden knalde een nummer in dergelijke snelheid uit de Billboard Top 100. Het onbehagen bleek voor net iets te veel mensen een brug te ver.  Het theatrale van ‘We Cry Together’ werd ook nog eens extra in verf gezet toen het werd vergezeld van bovenstaande kortfilm. Rest de vraag: zijn dergelijke oprispingen tekenen van een – overbodige – appendix, of duwt K-Dot op een kwaadaardig gezwel dat we best maar eens laten controleren? Wij neigen naar het laatste.

De knipoog naar Eminem’s ‘Kim’ is dan wel opzichtig, maar daar waar die eerstgenoemde koos voor de subtiliteit van een boksbeugel, is ‘We Cry Together’ eerder voorzien van fluwelen handschoenen. Qua slagkracht doen ze echter weinig voor elkaar onder: het venijn van het ontluisterende dispuut zit vooral in de alledaagsheid. Het valt te hopen dat voor vele luisteraars de toxische uitwisselingen tussen Paige & Lamar vreemd in de oren klinken, maar we zijn naar aloude gewoonte geneigd om de kant van de cynicus te kiezen: This is what the world sounds like.   

41. Lee Ranaldo: na in Menen nu in Eupen

Het zou maar al te gemakkelijk zijn om te stellen dat Lee Ranaldo na het zoeken van de muzikale grenzen hetzelfde doet met de geografische grenzen. Na een tentoonstelling in Menen in 2017 was het dit jaar nu aan het Museum für Zeitgenössische Kunst IKOB in Eupen, waarbij beeldend werk in een museaal kader wordt getoond na een interlude van een performance – op de golven van de geluidskunst die ook dit jaar weer aan aandacht won (zie de #SR50 van 2021). 

Natuurlijk had het kunnen mislopen. Sonic Youth en Thurston Moore namen meermaals voortrekkers van de avant-garde onder de arm, denk aan Gerhard Richter en Dan Graham. Moore en Kim Gordon stonden zelf aan de basis van het ontwerp van albumcovers met schetsen en geabstraheerde uitvergrote foto’s, en eerdere ervaringen van artiesten die hun eerste roeping – die andere artistieke tak – terugvonden werden op soms wisselende reacties onthaald. Maar kijk: net als in Menen bouwt Ranaldo in Eupen een sterk parcours uit waarbij de weg, het onderweg zijn, de raison d’être is: die van zijn werk, maar ook die van zijn leven als muzikant. De ‘Lost Highways’ en ‘Highway Drawings’ zijn daar het bekendste resultaat van: kleine, intieme tekeningen van een efemeer landschap dat zich als videowerk toont vanuit de tourbus.

‘In tegenstelling tot muziek is kunst voor velen een eenzame bezigheid’, zei Ranaldo eens aan De Standaard. De desolate maar vredevolle landschappen staan in schril contrast met de destructie van zijn performance ‘HURRICANE TRANSCRIPT’: een interpretatie van orkaan Sandy (2012) op keyboard – met Eupen als locatie voor de Europese première, na een passage in onder meer het Noguchi Museum in New York.

In 2013 bracht Ranaldo al ‘Last Night on Earth’ uit, toen nog samen met Steve Shelley (hun laatste release samen, nadien werkte Shelley voornamelijk met onder meer Sun Kil Moon en uiteraard Admiral Freebee). ‘We’re makin’ noise tonight / Stirrin up some dust‘, zingt hij op die plaat. In Eupen was er geen tekst, maar de dreiging was eens zo aanwezig: die van een wandeling door Manhattan na de ravage, zonder verlichting of verwarming, met het geluid van de botsend metaal en de gierende wind door de ramen. ‘HURRICANE TRANSCRIPT’ werd geen field recording zoals had gekund, maar een abstract transcript van een geromantiseerd beeld van vernieling. Meakusma last een pauze in, dacht u?

40. The Windmill delivers

Sinds 1971 is The Windmill in Brixton, niet ver van het prachtige Clapham Common, een ankerpunt in Zuid-Londen. Van een bar die vooral DJ’s aantrok in de jaren 90 transformeerde The Windmill in de nillies naar een vrijplaats voor al wie jong is en live wil spelen. We hadden het in 2020 al over Jerskin Fendrix in de #SR50, die er een habitué is, maar het is vooral de ‘lokale’ gitaar- en Guildhall-gedreven scene die in 2022 furore maakte. Black Midi kwam met ‘Hellfire’, een dollemansrit langs showtunes, sludge en poëzie, die (mph) overigens vreselijk vindt, maar ook dat is Skyline Rev: E Pluribus Unum. Black Country, New Road schetste met ‘Ants from Up There’ wat Arcade Fire zonder fucked up frontman had kunnen zijn, en kwam nadien, ironisch genoeg, zelf zonder frontman Isaac Wood te zitten. En post-everythingband Squid begon wereldwijd steeds meer voet aan de grond te krijgen. Maar ook hier gaat de eindprijs voor Windmill-alumni naar ‘I Love You, Jennifer B’ van Jockstrap. Valedictorians Taylor Skye en Georgia Ellery mogen de prijs komen ophalen aan de kassa van de Carrefour in Zandhoven.

39. We The Jazz

Carl Stone is de laatste jaren aan een terechte opmars bezig. Met ‘Stolen Car’ belandde hij in 2020 in zowat alle eindejaarslijsten, en ook zijn ouder werk wordt volop herontdekt. Stone creëert het soort hyperkinetisch collagewerk dat prima facie ‘moeilijk’ is, maar onder de oppervlakte speels en soms zelfs dansbaar uitvalt. Het concept van ‘We Jazz Reworks Vol. 2’ was dan ook een perfecte match: een artiest krijgt van het Finse jazzlabel We Jazz tien albums aan bronmateriaal ter beschikking om nieuw werk uit te puren, op welke manier dan ook. Het is het soort carte blanche waarvan samplers dromen. Stone week voor deze opdracht niet af van zijn artistieke lijn. De herwerkingen, met als uitschieters ‘Umi’ en ‘Omar’, voelen herkenbaar en passend binnen het collageconcept dat Stone zich eigen heeft gemaakt. Jazzpuristen zullen even fronsen, maar dat doen ze doorgaans sowieso al. We hebben wel een concreet voorstel voor We Jazz: geef volume 3 integraal aan David Guetta en de Thivaios-broers. Getuige hun briljante reworks van de laatste maanden, is een vervolg niet meer dan logisch.

38. Sonic City bestendigt

Wat moet er nog gezegd over Sonic City an sich? Een perfecte uiting van het ‘think global, act local’-adagium. Een soort rituele jaarlijkse hoogmis voor gelijkgestemden, wat even briljant als vreselijk ongemakkelijk is. En dit jaar vooral een langgerekte ode aan Mimi Parker, maar daarover later in deze lijst uiteraard nog veel meer. Sonic City 2022 was ook nu meer dan een doorslagje van grote zus(terfestival) Le Guess Who?. Rozen gooien met een meesterlijke Arooj Aftab (met een zinderende Gyan Riley op gitaar!), drie zinnen uit het Low-oeuvre een uur lang herhalen met Daniel Blumberg solo, spending all our money on shit clothes met Gilla Band, een vreemd huwelijk tussen ontroering en ergernis bij Black Country, New Road, en ga zo maar door. Sonic City probeert niet nodeloos te groeien, maar werkt vooral hard aan het bestendigen van een oerdegelijke festivalervaring, wat in het meer onpersoonlijke, maar ruimere Départ ook beter lukt dan in een (net) te klein geworden De Kreun. Plaats 38! Eat that, Le Guess Who?. Blijkbaar.

37. Let The Beast Go met ‘Broken Gargoyles’

Laat ons voor een keer, en onze alom geprezen originaliteit ten spijt, beginnen met een citaat uit een recensie van the Quietus: ‘Broken Gargoyles makes most contemporary black metal, edgelord power electronics or exploring-feminity-through-witchcraft-wailers (there are a lot of Fisher Price Diamandas around at the moment) sound like they’re auditioning for a role in a local production of an Andrew Lloyd Webber musical.‘ Veel meer reden moeten we niet geven om ‘Broken Gargoyles’ van Diamanda Galas op te nemen in deze lijst. Het album is rauw en extreem intens, op het ondraaglijke af, maar dat was de onderliggende thematiek – het lijden van de soldaten in de loopgraven tijdens Wereldoorlog I – des te meer. Galas is de artieste die het Grote Lijden de laatste decennia het beste vat zonder het uit te leggen, en met enkel haar stem zowel beroert als afschrikt. ‘Broken Gargoyles’ is vergelijkbaar met het late werk van wijlen Scott Walker, maar dan consistenter en minder gehuld in louter esthetische betrachtingen. Het leidt tot een ironisch genoeg geruststellende vaststelling: Galas gaat niet meer weg.

36. De twee meest consistente bands uit de (westerse) popgeschiedenis

Net zoals met ‘voebal‘ is vergelijken tussen tijdsperiodes nogal lastig. Misschien hébben hedendaagse popbands net meer mogelijkheden om consistent te blijven. Nee wacht, dit gaat werkelijk enkel op voor voetballers. Het parcours van Low en Beach House is zodoende nóg indrukwekkender dan de fraaie albumreeksen die menig westerse band er sinds de tweede wereldoorlog uit heeft gepoept. Over Low kunnen we (helaas) weinig meer zeggen, behalve dat ze hun beste live-vorm in dit jaar getoond hebben. Wie erbij was in de Trix, weet wat we bedoelen. Beach House had met ‘Once, Twice, Melody’ een naar hun normen polariserende maar stiekem alweer ijzersterke plaat. Live groeit het duo uit Baltimore (bewust) al jaren niet meer, maar op een Primavera Sound zullen ze altijd boven zichzelf uitstijgen [insert verwijzing naar debiel TikTok clipje waarmee de band kennelijk populair is geworden onder zoomers].

35. Meshuggah blijft iedereen naar huis spelen

Ten huize Skyline Rev predikt men de wet van de meritocratie. Wanneer er – een zeldzaamheid – toch artiesten onterecht uit de boot dreigen te vallen, is er daar uiteraard de #SR50 als barmhartig vangnet. Door ons schaamteloos over het hoofd gezien doorheen het jaar, maar bij deze onze mea culpa en dito rechtzetting: met ‘Immutable’ heeft Meshuggah in de zwaarste gewichtklasse een mokerslag aan de concurrentie uitgedeeld. Ons excuus voor onze lapsus bij de aanvang van het jaar? We steken het op de consistentie van Meshuggah: wanneer men decennia hoge ogen gooit, dreigt een (zoveelste) goede langspeler al eens aan de aandacht te ontsnappen. Of een van de beste shows van het jaar in een strak uitverkochte 013. Even goede vrienden, hopen we! Als goedmakertje gooien we er nog wat memes tegenaan.

34. Avalanche Kaito – geweldenaren uit Burkina Brussel

Een van dé livesensaties van 2022 komt uit Brussel en Burkina Faso. Avalanche Kaito is de naam, en de muziek is een mix van onversneden Burkinese folk en reteharde noise. Dit trio zet, een spoor van tot smeulende kool herleide podia achter zich latend, hun zege/vernielingstocht in 2023 doodleuk verder. Zo is er tóch nog iets om naar uit te kijken volgend jaar!

33. Shebaaaaaaang

Georgia Ellery is niet de enige die met twee albums vele eindejaarslijsten haalde. Ook de onvermijdelijke Australische gitarist, producer en whatnot Oren Ambarchi is één van de muzikanten die dit jaar vorm gaf. Solo met een kletterend ‘Shebang’, dat de geluidswereld van Ambarchi nog verder uitpuurt, en samen met Johannes Berthling en Andreas Werliin op het fenomenale ‘Ghosted’. ‘Ghosted’ is een langgerekte uitputtingsslag, waarbij je als luisteraar ergens hoopt dat de structuur te vatten, vast te grijpen valt, maar je gaandeweg beseft dat het willen grijpen van die structuur net de beoogde ervaring is. Ambarchi, Berthling en Werliin nemen je bij de hand met een soort geüpdatete versie van het klassieke minimalisme, in een relatief traditionele bezetting. Niets is echter wat het lijkt, want hoe verder je geleid wordt, hoe meer je beseft dat de weg die je aflegt circulair is. Maar soms is het gewoon even nodig om full circle te komen, hoorden we iemand op Doel Festival zeggen.

32. Wanneer het té lethargisch wordt

We zitten al een poos met een dilemma op de Skyline-redactie: hoe moet het nu verder, nadat we jarenlang de (Zuid) Londense scene op een enorm voetstuk hebben geplaatst, wellicht ietwat ingegeven door de lethargiefetisj van (sc) en (mph)? Dean Blunt, Laila Sakini, Tirzah, Loraine James, Actress en natuurlijk Mica Levi. Stuk voor stuk enigmatische artiesten met een heel eigen signatuur en een zelden gezien talent voor het maken van spannende dan wel intrigerende muziek. Tot je ze live ziet. Zo kreeg het collectief en de-facto moederschip van deze scene CURL op Le Guess Who? carte blanche om het publiek te overdonderen met Mica Levi’s interpretatie van compromisloosheid. Dat heet: bijna drie uur lang over het podium schuifelen, aan wat knopjes draaien en sporadisch invallen met iets wat lijkt op lethargische improvisatie terwijl onder meer Coby Sey tevergeefs de lijm poogt te zijn die de set bij elkaar houdt. Tja. En dan was er Tirzah op Rewire. Zo mogelijk nog slomer en luier dan haar laatste, overigens alweer knappe, plaat. Het zijn artiesten die op een podium een bepaald omslagpunt bereiken waarbij het intrigerende overslaat in irritatie. Niet de irritatie die een Hans Vandeweghe veroorzaakt, maar toch.

Is het misschien zo dat alles wat muzikanten maken ook live gebracht moet worden om brood op tafel te krijgen, terwijl het wellicht helemaal niet geschikt is voor een podium? Zou zomaar kunnen, maar in het geval van onze Zuid-Londense vrienden is het vooral ook een gevalletje van een live-act die wel wat Croydon kan gebruiken. Heb je ‘m.

31. De definitieve doorbraak van de goofy jazz?

Jameszoo bracht een bizar onderschat album uit met ‘Blind’. Een zoveelste bevestiging dat hij zowel thuishoort bij Brainfeeder, maar wellicht tegelijk niet commercieel genoeg is voor het Californische label. En dan is er Sam Gendel, die in 2022 werkelijk overal was. Ook in 2023 trouwens. Ten minste, vermoeden we, want Clown Core is anoniemer dan Burial (zie verderop) dat ooit was.

Gendel bracht de afgelopen tijden een plaat uit met zijn stiefdochter, toerde met niemand minder dan Pino Palladino en brengt zowat elke maand een release uit op Bandcamp. Niet alles is even sterk, toegegeven, maar Gendel is wellicht het prototype van de moderne jazzmuzikant: klinkt niet eens als jazz, heeft schijt aan enige logica of strategie inzake z’n artiestenbestaan en kan schijnbaar alles met elk genre – van hip hop over field recordings tot grindcore. Zowel hij als Jameszoo zijn een belangrijk onderdeel van het verlichte pad richting muzikale vernieuwing en het vermijden van recyclage. Koester deze artiesten.

30. De terechte dood van Gent Jazz en Jazz Middelheim?

Gent Jazz en Jazz Middelheim: dat was Grace Jones, Paco de Lucía, D’Angelo, en een hele resem andere grand cru-namen die de voorbije jaren maar zelden op festivals te zien waren. Het was echter eveneens een kirrend cavapubliek dat liever rond de hoge tafeltjes bleef staan dan van dichtbij te gaan kijken naar wat Brad Mehldau en zijn band ervan brachten; of een volledig symfonieorkest bij Anthony and the Johnsons dat niet volstond om de kwetterende Gentse kleinburgerij te overstemmen. Het is net als Werchter, maar er ligt minder modder, het is minder luid en in je plastieken glas zit geen bier maar Spaanse schuimwijn: dat leek, als we cynisch zijn, de laatste jaren steeds meer de unique selling proposition. Met Van the Man in plaats van Metallica.

Misschien moeten we dan ook helemaal niet rouwig zijn om het feit dat er in 2023 geen Gent Jazz of Jazz Middelheim meer zullen zijn. Nog los van het feit dat organisator Bertrand Flamang een dictator en borderline-psychopaat bleek te zijn, overigens. Bovendien kunnen we misschien voorzichtig hoop putten uit dit nieuws, want (hoe makkelijk het ook is om het nu op de spits te drijven) het concept achter beide festivals bevatte óók goede ingrediënten. Alleen hopen wij dat de organisaties die nu in het gapende commerciële gat springen dat Flamang en co achterlaten bezinnen eer ze beginnen, en zich met name afvragen of dure nostalgieacts de moeite waard zijn. Waarom niet, we zeggen maar iets, een naam als Thurston Moore (deze zomer op Jazz Middelheim te zien) als publiekstrekker boeken en daarrond een kleinschalig maar avontuurlijk programma opbouwen?

Het kan zomaar.

29. Kali Malone + Lucy Railton + Stephen O’Malley

2022 was het jaar van Kali Malone, en niet alleen omwille van hoogvlieger ‘Living Torch’ (meer hier). Op ‘Does Spring Hide Its Joy’ laat ze haar geliefde orgel links liggen en grijpt ze naar een synthesizer, voor een drone-compositie in samenwerking met Lucy Railton (cello) en Stephen O’Malley (elektrische gitaar) Het resultaat: een tripel-lp die afklokt op bijna twee uur – al gaat het eigenlijk om drie versies van hetzelfde stuk. Waarom ook niet?

‘Does Spring Hide Its Joy’ heeft geen afgelijnde vorm maar is in wezen een klankstudie waarin de timbres van de drie instrumenten geïntegreerd worden en uit elkaar vallen, boventonen die scherpgesteld worden en weer verdwijnen, een tactiel spel met microtonen, zwevingen en de akoestische ruimte van het Berlijnse Funkhaus waar het is opgenomen. En, het moet gezegd, een Stephen O’Malley die voor één keer de volumeknop van zijn versterker rigoureus onder controle houdt. Prima voor een avondwandeling op een kille winteravond. Collabje hoor.

28. Burial blijft zichzelf devalueren

Twee slechte releases op rij, al een klein lustrum geen nieuw werk van (wereld)niveau meer en vergeet ook maar die derde LP of een tour: Burial heeft de formule gevonden om een jaar lang Dark Souls te kunnen spelen én de rekeningen te betalen. Zijn ooit grootse status is nu gedegradeerd tot die van een artiest met zo’n idiote fanbase dat hij zichzelf niet eens artistiek hoeft te ontwikkelen of serieus te nemen om nog rond te komen. Oké, misschien zijn we te hard, maar wat ooit de sterkte was van Burial – beats jongen! fucking beats! wat anders! – gaat nu ten onder aan een overvloed van samples en vluchtige ideeën waarmee de Brit een vage reflectie van thema’s die hem nauw aan het hart liggen lijkt te willen brengen. Zij het ineen geflanst en zonder pit. De enige uitzondering was ´Chemz / Dolphinz´, zijn cashcow van twee jaar geleden, die evenwel behoorlijk gedateerd klinkt. We nemen voorlopig afscheid van zijn heldenstatus met het bewijs van waar hij ooit toe in staat was.

Fucking banger innit.

27. Hoe artiesten met een Verhaal ons blijven begeesteren. Dit jaar: Ustad Noor Bakhsh

Wat hadden Willis Earl Beal, Seasick Steve en Robert Johnson gemeen? Muzikaal alvast niet erg veel, maar wel: een begeesterend verhaal, dat in meerdere of mindere mate geënt was op de realiteit. Of er nu een bewuste marketingstrategie achterzit of helemaal niet: het is duidelijk dat we met z’n allen smullen van artiesten met een ongewoon parcours, of ze nu de American Dream (Charles Bradley) belichamen, een soort romantisch ideaal (Bon Iver), of nog iets helemaal anders.

In de reeks ‘artiesten van de derde leeftijd die hun internationale doorbraak beleven‘ presenteerde 2022 ons Ustad Noor Bakhsh, een virtuoos benjuspeler uit Balochistan, Pakistan. Bakhsh was kennelijk een soort lokale legende in zijn eigen regio, maar dit jaar ging door een virale video de bal aan het rollen: plots was er een platencontract, en een optreden voor Boiler Room. Bakhsh’s spel is koortsachtig en repetitief, tegenlijk rusteloos en vrolijk met een bijna kinderlijke naïviteit, wat perfect past bij het metaalachtige, getokkelde geluid van het instrument.

Als morgen zou blijken dat ook zijn levensverhaal pure fictie is, blijft minstens de muziek hartverwarmend. En dat is al heel wat.

26. Ragnar Kjartansson in De Pont

Akkoord: geluid is hier slechts een middel en geen motief, noch onderwerp. Maar wat is een eindejaarslijst zonder Bryce Dessner – jawel, de broer van Aaron, cf. infra – vragen de meest trouwe lezers zich af. In De Pont toont Ragnar Kjartansson wat een van de beste tentoonstellingen van het jaar bleek te zijn: een veelzijdig palet met herhaling als rode draad – die van het dagelijks schilderen of het om de vijf jaar in het gezicht gespuwd worden door zijn moeder (actrice Guðrún Ásmundsdóttir), maar ook die van het twaalf uur lang aanhoudend herhalen van een drie minuten durend aria, of het zes uur lang spelen van ‘Sorrow’ van The National. En dat alles in de vorm van videowerk. Live speelde een in een gouden jurk geklede vrouw de hele dag hetzelfde E-mineurakkoord op gitaar – tenminste, anderhalf uur, tot iemand anders in hetzelfde kleed haar plaats overneemt. Een uitdaging voor zowel haar, als voor de bezoeker en het museumpersoneel.

En toch. Anderhalf uur, zes uur, twaalf uur. Het klinkt lang, maar de confrontatie die een uitdaging wordt doet ook denken aan wat Carolee Schneemann en Marina Abramović – ook door Kjartansson aangehaald als grootheden – indertijd deden, toen nog zonder enige vorm van melancholie. Maar wat is Kunst tegenwoordig zonder Melancholie. Kent u de échte helden van de samenleving dan niet? Een tip: The National kreeg na elke ‘Sorrow’ een applaus.

25. Hoe Varg2 stiekem al een lustrum de sound van generatie Z bepaalt

De antithese van Burial komt uit Zweden en moest zijn artiestennaam wijzigen omwille van een Noor en diens sympathieën. Maar de anti-police music van Varg2 is beslist niet aangebrand. Al jaren flirt hij met het foute op smaak- en artiestiek vlak, misschien tegenwoordig meer dan ooit wanneer hij banden aangaat met namen als Bladee. Niet toevallig is de muziek van Varg2 wat de klokken van menig hyperpop- of postclub-scene doet tikken, dus smaak en wansmaak moéten wel dicht bij elkaar liggen. Bewust of onbewust, een hele generatie geboren na 2000 gaat hard op alles wat direct of indirect beïnvloed werd door deze producer.

Maak simpelweg de volgende oefening: keer terug naar 2017 en bedenk waar alle bekende hyperpop-namen toen waren. Velen hadden nog weinig uitgebracht. Maar Varg2 had toen al zijn magnum opus gereleaset, inclusief een volledige middag op Berlin Atonal om dat werk op onnavolgbare wijze voor te stellen aan een toen nog relatief verbouwereerd publiek. Reken maar dat de ‘Nordic Flora Series’ tot het belangrijkste muzikale werk van deze eeuw hoort.

24. Gij zé ga veur mij 

Een oppervlakkig lezer zou ons na het aanschouwen van de lijst dusver van doemdenken kunnen beschuldigen. U kent ons uiteraard echter beter dan dat! Er vielen dit jaar ook tal van lichtpunten te noteren, en zeker wanneer men de blik naar de Scheldestad richt. In de schaduw van het MAS spraken we afgelopen jaar met de bezielers van Djingel Djangel: een nieuw toevluchtsoord voor zij die graag aanstormend talent aan het werk zien of graag toeven tussen een stapel platen.

Op een boogscheut daarvan, aan de Paardenmarkt, vinden we dan weer Klankhaven terug. Het is een platform, vaak ook vertegenwoordigd in Witzli-Poetzli, waar het experiment centraal staat, en dat is een insteek die wij, euhm, ten zeerste weten waarderen. In Berchem is het vlakbij het station dan weer heerlijk brallen in Café Des Arts, waar dit jaar oudgedienden als Aldo Struyf met zijn Crayon Sun te gast waren, of I H8 Camera met onder andere Stef Kamil Carlens in de gelederen. En dan zwijgen we nog over de doorlopend interessante programmatie in Het Bos, de stempel van Dennis Tyfus, Beatrijs, Onder Stroom, enzovoort.

Dergelijke initiatieven hebben nog niet de schaal om van een trend of omwenteling te spreken, maar zijn hoopvolle indicaties dat er wel degelijk een inhaalbeweging mogelijk is in Antwerpen. In de gaten houden, zeker gezien het visionaire cultuurbeleid van het stadsbestuur, dat door het schrappen van middelen voor cultuur het ondernemerschap voluit promoot!

23. Nick Cave-moeheid

Nog een ronde op de catwalk. Nog een keer dat trucje met de heartbeat. Nog maar eens een familietragedie en dus nog meer catharsis. Ja, Nick Cave & The Bad Seeds waren ook in 2022 een van de live-hoogtepunten. Maar in tegenstelling tot het minder persoonlijke en overigens onderschatte duo-album met Warren Ellis (en vooral ook de bijbehorende liveshow), moesten we het op deze tour wederom hebben van de pathos die Nick Cave-shows al sinds 2017 domineert. Alleen was het net niet zo scherp of zo goed als toen, wat ook logisch is. Cave werd dit jaar 65, ooit was dat de pensioenleeftijd. Hij gaf zichzelf een volkomen overbodige documentaire cadeau die net als ‘One More Time with Feeling’ bol staat van emoties. Kwalitatief is er weinig verschil tussen toen en nu, maar we kunnen alleen maar vaststellen dat er een tijd en een plek is voor alles. En die was er in veel grotere mate in 2017 voor Nick Cave. Geen psalmenplaat die daar nog wat kan aan veranderen.

Als hij daarentegen twee uur lang de goth komt uithangen op een vleugel, dan zijn we één en al oor!

22. Richard Dawson’s Creek

Eigenlijk is alles hier al over gezegd. ‘The Ruby Cord’ is een van de hoogtepunten uit het muzikale jaar 2022, en ‘The Hermit’ – het openingsepos van de plaat – is een maatschappelijk essay in de vorm van een genuanceerde dystopie. (mph) is dan ook formeel: Richard Dawson vertolkt niet alleen het onbehagen dat deze tijden zo kenmerkt, maar verpersoonlijkt the sign of the times, net zoals Dawson Leery dat twintig jaar geleden deed. Een fenomeen als Dawson kan enkel opduiken in tijden van hoge nood, zoals ook de Messias enkel neerstrijkt wanneer de mensheid dringend vergeven moet worden. Een mooi toekomstbeeld schetst Dawson niet bepaald op ‘The Ruby Cord’, maar misschien wil hij het preventieparadox actief gebruiken: hoe meer duistere voorspellingen met enige realiteitszin worden gedaan over de maatschappijvorm van de toekomst, hoe meer kans dat iemand er tijdig iets aan doet, waardoor de non-believers achteraf ironisch genoeg gelijk zullen krijgen. Maar als dat de prijs is die we voor een waardevol overleven als soort moeten betalen, lijkt ons dat best mee te vallen, ook al moeten we het daarna op zijn Frans nog eeuwen aanhoren.

21. GabberBjörk vs. Thunderdome/Hardcore

De populariteit van een band als Ascendant Vierge in de Brusselse clubscene en de revival van Thunderdome waren misschien al een teken aan de wand, maar 2022 bevestigde: hardcore en gabber zijn helemaal terug. Waar initiatieven als Thunderdome natuurlijk teren op nostalgie, wordt de gabbersound daarnaast lustig gedeconstrueerd door artiesten die net een stapje verder gaan. Zo ook, uiteraard, Björk, die dit jaar op onder meer ‘Atopos’ atonale melodieën, grommende basklarinetten en overstuurde gabberbeats met elkaar combineerde. Over de consistentie van ‘Fossora’ zijn de meningen op de redactie verdeeld, maar wat er ook van zij: het resulteerde meteen in het meest memorabele Björk-moment sinds ‘Dark Matter’.

Of deze tweede adem van gabber van lange duur is en of het genre zich blijvend van foute associaties kan losmaken, zal nog moeten blijken. Wat we wel al weten: hardcore is niet langer het exclusieve domein van de Thunderdome-ganger, en de donkere synths, distorted bassen en 200+ bpm blijken een plots weer een bron van inspiratie zonder weerga.

20. Jizzjazz op Rewire

We meugen weer: het was een alomtegenwoordig sentiment bij festivalgangers dit jaar, maar daarover elders in dit stuk meer. Wel bleek Rewire in Den Haag, ons eerste festival van het jaar, meteen een onmiskenbare grand cru-editie met onvergetelijke concerten van Grouper, Jenny Hval en The Bug. Andere hoogtepunten waren legio: Eartheater in de Grote Kerk met een verwarrende en pathetische, maar met momenten o zo briljante set; Joachim Badenhorst en Roman Hiele, een ad hoc samenwerking die zo organisch en strak klonk dat het leek of ze al decennia samen speelden; Evian Christ, die van geluid een fysieke sensatie maakte en het dak van het Paard er ei zo na afblies, en Anna von Hausswolff, met een ingetogen set op het gigantische, hoogromantische orgel van de Grote Kerk.

Gedurfd programmeren combineren met commercieel succes: het kan, want in het Paard was het vaak over de koppen lopen. Editie 2022 bewees alvast dat Nederland zich werkelijk opwerpt als een waar Gidsland, of dan toch dat eerste weekend van april. 2023 belooft voorlopig alvast niet (veel) te moeten onderdoen.

19. Einstürzende Neubauten op Primavera

Soms is Blixa voldoende. Voldoende om even te vergeten dat zowat alles fout loopt rondom. Geen water? Geen probleem. Gevaarlijke volkstoelopen? Nou, dat is dan ook maar zo. Blixa Bargeld mompelt, onder toezicht van zijn unpuzzled acolieten, iets over Nick Cave, en fluistert enkel, ook al weet hij verdomd goed dat het Spaanse – en toegegeven ook vooral internationale publiek – er geen moer om geeft. Maar onder een allesbehalve dying sun klatert het zwart van de Neubauten van het podium. ‘I wish this would be your colour‘, prevelt Bargeld. Op hetzelfde moment kijken we achterom, naar (th), die steeds het zwart verkiest als vestimentaire kleur van orde. Het is een zekerheid, denken we, maar niets is minder waar: een spierwit t-shirt, met de woorden ‘Beach’ en ‘House’ gedrukt op de borst, omhult (th)’s gespierde schouders. Hij kijkt vol vertrouwen naar het podium, alsof er geen contradictie te bespeuren is, alsof je de Koning van het Zwart ongestraft beschimpt. Bargeld zoekt met zijn ogen de zon, die in zijn ogen ‘niet al goud is’ en we begrijpen wat hij bedoelt. De Neubauten tart je niet, ook al ben je opgegroeid tussen de terrils en de mijnen, (th).

18. Cancelcultuur bestaat niet, tenzij de scene er zich mee moeit

Daughters, verantwoordelijk voor een van de beste albums van het vorige decennium, hield er eind 2021 de facto mee op. Niet veel later volgde Neurosis en dus ook het pas aan de wereld voorgestelde Absent in Body. In beide gevallen ging het om verschrikkelijke beschuldigingen, in het geval van Neurosis werden deze ook aangekondigd door de schuldige zelf – Scott Kelly. Wat Alexis Marshall momenteel wel of niet heeft toegegeven, zal ons worst wezen. De manier waarop hij tot in detail als verkrachter en misbruiker werd neergezet door Kristin Hayter is een voorbeeld van moed en doorzettingsvermogen; persoonlijke pijn ondergeschikt aan waarheid en de acute noodzaak om zo’n verhalen naar buiten te brengen. Marshall en Kelly zijn aparte gevallen, maar beide hebben redelijk wat gemeen: ze hielden het jarenlang verborgen en zijn uiteindelijk prompt uitgespuwd door een scene die zelf mogelijk ook enige schuld treft, zeker als we de geruchten uit Rhode Island over signalen die er al waren, mogen geloven. Maar zowel de leden van Daughters, Neurosis als Absent in Body en het merendeel van hun fanbase deden wat moest: klaar, hier is geen enkel excuus voor. De band en de hele erfenis ervan moet dan ook maar kapot; waarden en principes gaan voor alles. Zeker voor het geval van Neurosis – opgericht in 1985 en tot dit jaar met een vrijwel intacte line-up van boezemvrienden – is dat een enorme schok. Weinig bands zijn binnen de alternatieve metal en hardcore zo invloedrijk en belangrijk geweest; het niveau dat Neurosis met name in de periode 1996-2007 haalde op album en live tot zeer recent, blijft ongeëvenaard. Het verlies voor de buitenstaander-muziekliefhebber is met andere woorden enorm. Maar dat doet er natuurlijk uiteindelijk helemaal niets toe.

Hoe anders is dat gegaan met Arcade Fire, zelfs al waren de aantijgingen aan het adres van Win Butler van een minder ernstige aard. De geldmachine moest kennelijk blijven draaien en hun muziek is al een decennium of wat danig vrijblijvend en lichtzinnig, dat ook de fanbase ernaar handelt en geen problemen heeft met cognitieve dissonantie. Maar het kan nog erger: volgend jaar komt Swans wellicht langs mét nieuwe plaat onder de arm. En ook in 2017 – toen Michael Gira al impliciet had toegegeven dat hij een verkrachter was – bleek dat geen groot probleem voor concertbezoekers, waaronder zeker de helft van Skyline trouwens. Dat maakt van ons – jawel – hypocrieten.

Want zo ziet u maar dat cancelcultuur een verzinsel van extreemrechts is – tenzij een waardevolle scene zoals die in Rhode Island of wat overblijft van (post)-hardcore er zich mee gaat moeien. Hulde voor de overgebleven leden van Daughters en Neurosis, die twee van de allerbeste bands op aarde – wie regelmatig Roadburn bezoekt, is het hier 100% mee eens – terecht in een quasi zeker permanente winterslaap hebben gebracht omdat er altijd grenzen moeten zijn aan menselijk gedrag.

17. Supply & no demand

From inflation, to currency devaluation, to bloated shipping and transportation costs, and much much more, we simply could not make a budget for this tour that did not lose money even if everything went as well as it could

Animal Collective, naar aanleiding van het annuleren van hun tour in 2022.

Hoe een artiest lijden kan: 2022 moest het jaar worden waarin de cultuursector terug recht kon krabbelen na een abominabele Covid-periode. En wat blijkt: de grote compensatiedrang blijft uit. Wie tijdens een concert even zijn blik van het podium onttrekt zal vaak tal van lege stoelen zien. Dat treft uiteraard de kleinsten, maar zelfs de groteren blijven niet gespaard van het fenomeen. Tot op de laatste dag werd zelfs voor het optreden van Kendrick Lamar in het Antwerpse Sportpaleis nog promotie gemaakt. Er vielen zaakjes te doen.

Dat resulteert in drastische beslissingen: zelfs gevestigde waarden als Animal Collective en Little Simz sloegen bleek uit bij het zien van de financiële prognoses van hun tourplannen en kozen het zekere voor het onzekere. Redenen voor de crisis zijn er genoeg: dalende levensstandaarden bij concertgangers, stijgende kosten én een overaanbod. We vrezen nog meer afgelastingen te zien in 2023.

Being an independent artist, I pay for everything encompassing my live performances out of my own pocket and touring the US for a month would leave me in a huge deficit. As much as this pains me to not see you at this time, I’m just not able to put myself through that mental stress.

Little Simz, die ook niet wist te ontsnappen aan de economische realiteit van het tourleven in 2022.

16. Het Grote Lijden: op de eerste rij in de strijd tussen artiesten en hun demonen

Colin Van Eeckhout, het opperhoofd van Amenra, wist het al: ‘.The Pain. It is shapeless’. Op de redactie verkiezen we het geschreven woord boven het beeld. Echter, moesten we onze terugblik op het afgelopen jaar bundelen in foto’s zou er één shot niet mogen ontbreken: de foto van een getormenteerde Sanne Putseys ofte Selah Sue, in tranen en zichtbaar de wanhoop nabij. Opmerkelijk: door haar zélf de wereld ingestuurd via sociale media. Een nieuw moeilijk hoofdstuk in een lange – en publieke – strijd met haar demonen, reeds gedocumenteerd in het bovenstaande ‘Pills’.

Een lans breken, heet dat. Ze was overigens lang niet de enige die aangaf dat de grens bereikt was: ook Max Colombie liet zijn aanhang weten dat er dringend op de pauzeknop geduwd moest worden om de strijd aan te gaan met angsten en depressie. Dat is overigens een trend die de landsgrenzen overstijgt: vorig jaar al gaf Mike Patton aan dat het tourleven moest wijken om zijn mentale besognes te trotseren. Er volgden dit jaar nog tal van grootheden.

Dat dergelijke openheid de bakens verzet om dergelijke problematiek bespreekbaar te maken, ook voor zij die niet voor hun broodwinning op de planken staan, valt alleen maar aan te moedigen. Het adagio dat de getormenteerde ziel De Hoogste Kunst kan voortbrengen is een idee dat we best aan de tijdsgeest slachtofferen.

15. Pavement, Pulp of hoe reünies inmiddels het oorspronkelijke product overstijgen

Stephen Malkmus & The Pavements. Stephen & The Malkmuses. Malkmus & The Stephens. De lijst van bandnamen die (sb) voor Pavement in zijn mouw had zitten tijdens Primavera was werkelijk eindeloos. Het doet denken aan de legendarische aankondiging van het hiphopcollectief OFWGKTA door Luc Janssen als Odd Gang Future Wolf Kill Them All, of zoiets, Janssen weet het zelf vast ook niet meer. Maar goed, Pavement dus. Dat gewoon beter dan het ooit geweest is speelde, en herinneringen van vele oude millennials en jonge boomers oppoetste en zelfs geheel verving. Je zag links en rechts een iets oudere ‘superfan’ verbaasd luisteren naar de strakke en gedisciplineerde sound – toch niet meteen het huiskenmerk van Pavement 1.0 – en zelfs (mph) erkende de kwaliteit van de show achteraf. Dan weet je het wel.

En Pavement lijkt geen losstaand geval. Er zijn, ondanks onze principiële houding tegenover alles wat naar een ‘reünie’ smaakt, meer gevallen waarin de 2.0-versie de OG-versie versmacht. Een band die sinds een gelauwerde terugkeer – inmiddels alweer een decennium geleden – zichzelf overtrof is Pulp, dat meer common people dan ooit bereiken zal met een nieuwe tour. Jarvis & The Cockers spelen in oorlogsformatie retestrak doorheen hun repertoire, dat eigenlijk niets aan zijn schijn heeft verloren, integendeel zelfs. Ze doen aan beperkte fan service, maar bewijzen vooral keer op keer dat pakweg een ‘This Is Hardcore’ bij de beste popplaten van de recente geschiedenis hoort.

And they said that when we grew up
We’d get married, and never split up
Oh, we never did it, although I often thought of it

14. Fuck off Jack Antonoff, stop carin’ Aaron

The White Lotus' Poop Scene, Explained: Did Armond Really Poop?

Trop is te veel en te veel is trop. Het zijn eenvoudige woorden, gebogen naar een eenvoudig, maar doeltreffend stijlfiguur. Jack Antonoff en Aaron Dessner hebben hun moment in de spotlights meer dan gehad, en hebben hun pauze in het volgende jaar dan ook dik verdiend. Even op adem komen, no strings attached. Wij hebben de vrijheid genomen om een pakket samen te stellen voor de twee sterproducers. Het is tijd voor een verblijf in een White Lotus-resort, ver weg van alle preamps, microfoons en stock plugins. Wij denken persoonlijk aan het resort in Hawaï, waar het tweetal kan genieten van authentieke, inheemse muziek en wie weet ook een Hawaïaanse versie van ‘Anti-Hero’ of ‘exile’. Er staat blijkbaar een piano in de hotellobby, waarop Dessner een uur per dag dezelfde akkoordenprogressie mag spelen of een heel nieuwe progressie met diezelfde akkoorden mag verzinnen, dat beslist hij uiteindelijk zelf. Antonoff krijgt de Honeymoon Suite waarin hij eender welke zangeres mag uitnodigen om samen met een gitaar en een e-sigaret de reverb van de ruime badkamer op te zoeken. Er geldt wel een expliciet verbod op opnameapparatuur, maar dat spreekt voor zich, gezien het om verplichte rust gaat. Zoals dat in White Lotus-resorts gaat, kunnen we ons mede garant stellen voor de nodige onverwachte, avontuurlijke gebeurtenissen. Dan rest er ons enkel het wensen van een goed verblijf aan de beide heren. De crew staat naar verluidt al met open armen klaar om hen te ontvangen. Om het spannend te houden, hebben we de terugvlucht nog niet geboekt.

13. Wojciech Rusin: meer dan een Pool

‘Speculatieve mediëvistiek’, ‘alchemie’, ‘3D-geprinte blaasinstrumenten’, ‘een beetje renaissance’: ‘Syphon’ van Wojciech Rusin, een in Oost-Londen residerende Pool, laat de esoterici in het muziekjournaille schier huilend klaarkomen. En voor een keer valt er voor deze eclatante onkuisheid iets te zeggen, want ‘Syphon’ is een pièce de résistance, een maestra obra. Samen met sopraan Eden Girma en Emmy Broughton excelleert Rusin in de juxtapositie van historisch beladen geluid van de donkere eeuwen (denk bijvoorbeeld aan klavecimbels) en kraakheldere elektronica. ‘Syphon’ is het tweede deel van een trilogie die rond deze thematiek handelt, na ‘The Funnel’ uit 2019, en lijkt ook nog beter geslaagd te zijn in het ambitieuze opzet. Rusin beweert ook geen ‘oude muziek’ te maken, maar eerder een allusie op de westerse ideeën over wat de Middeleeuwen eventueel betekend zouden kunnen hebben. Het is onwaarschijnlijk dat een permanente synthetische ruis die immens lange historische periode begeleid heeft, al is Netflix er uiteraard toe in staat om die ruis er Mexico-is-altijd-sepia-gewijs onder te monteren. Rusin is naast componist ook een performer. Zo ‘haat hij laptopshows’ en laat hij soms gigantische opgeblazen objecten rondzweven op het podium, alsof The Flaming Lips eindelijk school hebben gemaakt in de Poolse geest. Rusin is een totaalartiest zoals Azzedine Ounahi er één is.

12. Primavera Sound: Icarus in Barcelona

Weinig affiches die vorig jaar zo tot de verbeelding spraken als die van het Primavera Sound Festival, dat zelfs met een hele resem afzeggingen een dijk van een line-up wist te programmeren. Nog meer dan in voorbije festivalzomers wist het evenement zich te ontpoppen tot dé place to be voor de – hou u vast – alternatieve meerwaardezoeker!

Wie hoge ogen wil gooien en stevig wil programmeren, dient echter de portefeuille open te trekken. Een boodschap die de organisatie ook begrepen had: een euvel dat met enkele gewiekste ingrepen moeiteloos verholpen kon worden. Helaas brachten die ook de veiligheid van tienduizenden mensen nodeloos in het gedrang. Van crowd control leek op de openingsdag nauwelijks sprake. Bottleneck na bottleneck deed vermoeden dat een capaciteitslimiet een erg rekbaar begrip is. Watervoorziening? Een handvol kraantjes verspreid over het terrein moest de ergste rampen bezweren. Het gevolg? Ellenlange rijen vol paniekerige festivalgangers die snakten naar een druppel water in de broeierige Mediterraanse hitte. Wie dan maar geld wou neertellen voor water was er eveneens aan voor de moeite: aanschuiven voor een drankje kon evengoed een uur duren. Een gemiddelde scoutsfuif weet zijn bediening beter te organiseren.

Ook de herverdeling van de toegangen op het terrein kon maar op weinig bijval rekenen. Dat daarbij festivalgangers – in tegenstelling tot de voorbije jaren – nodeloos ver om moesten lopen en veel efficiëntere doorgangen uitsluitend bruikbaar waren voor zij die extra gedokt hadden voor de VIP-pakketten, scoorde evenmin punten. We vermoeden dat er na een onnodig lange terugtocht op een ongoddelijk uur flink gefilosofeerd is over de kille ratio van het kapitalisme.

Dat een festival van dergelijke omvang en staat van dienst op dergelijke elementaire zaken zo’n kemels schiet, is onvergeeflijk te noemen. En toch vermoeden we dat ook de editie in 2023 – met onder andere Kendrick Lamar en Rosalía – weer vlotjes zal uitverkopen. Of er sprake zal zijn van een verantwoord aantal tickets valt nog te bezien. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan, zowel voor organisatie als festivalganger.

11. Fuck Pop

Sinds wanneer heeft iets wat klinkt als jaren ’80 dertien-in-een-dozijn pop, geproducet wordt in functie van slechte speakers (je weet wel, te weinig bas en overstuurde vocals) en geen live vocalen kan neerzetten zonder tape of autotune ook maar iets van culturele waarde? Wie bepaalt dat we nu plots platte pop goed moeten gaan vinden en zelfs accepteren op festivals als godbetert Unsound?

Vindt U dit nou echt goed? Fuck deze shit [einde boomerrant, exit (mph)].

Na een korte navraag op de redactie bleek Caroline Polachek ook zonder tape redelijk te kunnen zingen, maar goed, you can’t make a Tomelette without breaking some Greggs.

10. Het einde van de gedegen concertervaring

Dat einde leek al nabij voor de pandemie. De hoop dat Covid-19 iets zou veranderen in het bewustzijn over de waarde van livemuziek (of zorg, of publieke diensten, of de ontwikkeling van vaccins met gemeenschapsgeld) konden we al snel in een diepe la pleuren. In 2022 was het zeker in de eerste maanden na het einde van de lockdown onbegonnen werk om met name in Nederland naar een concert te gaan zonder er tientallen mensen aan te treffen die van de gelegenheid gebruik maakten om bij te praten na elkaar lang niet te hebben gezien. Zo blijkt dat al dat gezeik over het snel heropenen van de horeca nergens goed voor is geweest, want je zou denken dat een TeRraSkE daar de ideale plek voor vormt.

En dat is nog niet genoeg. Het moet nóg kutter in Nederland. Want wat blijkt? Een recordaantal jongeren heeft tinnitus en dat komt kennelijk door dat ultra-nieuwe fenomeen dat livemuziek heet en waar ook boomers op hun 16e en dus een halve eeuw geleden mee in aanraking kwamen. Dus moeten we naar 100 decibel (de concertsector denkt hierover mee, de (feest)horeca uiteraard niet), wat in combinatie met de gemiddelde Nederlander die de kwaliteiten van de afgeprijsde Pinot Grigio uit de Albert Heijn als ideaal eindejaarsdrankje aanprijst, natuurlijk het einde betekent van een acceptabele concertervaring in dat land. Gelukkig is er Duitsland nog. België is ook al een poos twijfelachtig, met de nodige uitzonderingen (het blijven natuurlijk Belgen die geconfronteerd worden met een abstract concept, ‘regels’) zoals, en we blijven erop terugkomen, een Low in de Trix. Maar je kan er zeker van zijn dat zo’n ideale ervaring in Nederland volkomen onmogelijk zal worden.

9. De metamorfose van zware muziek oftewel Roadburn

Redefining Heaviness. Menig marketeer zou een klein lichaamsdeel afstaan om zo’n briljante slagzin te bedenken. Het is ook exact wat Roadburn doet, en de drie jaar pauze hebben die missie alleen nog maar versterkt. De editie van 2022 was beslist geen vintage – daarvoor misten we te veel absolute hoogtepunten van iets meer gevestigde namen. Maar toch: voor veel bezoekers was het hoogtepunt ongetwijfeld een Emma Ruth Rundle die met haar akoestische set 3000 man in de 013 (en dus in Nederland, maar Roadburn is de absolute uitzondering op het vorige punt) helemaal stil kreeg. De integrale uitvoering van ‘Engine of Hell’, haar beste en zwaarste werk tot dusver, was een schot in de roos.

Zwaarste? Jazeker. En dat ingetogen muziek verdomd zwaar kan zijn, weten we al decennia. Het verschil is dat er tegenwoordig – mede dankzij Roadburn – ook een raakvlak is met zware distorsie of alles wat naar metal ruikt en dus ook het publiek dat erbij hoort. Een publiek dat – laten we wel wezen – vaak conservatiever is dan Rik ‘ik verwar centrum met feodalisme’ Torfs. Maar net zo goed wordt die ‘oude metal’ op Roadburn gekoppeld aan zware synths, aan de hyperstrakke producties van The Bug, aan zwaar bezwerende rock (Arabrot) en zelfs aan – heb je ‘m weer – een DJ-set van Jameszoo waarbij metalheads om 3 uur ‘s ochtends mee spitten op The Pharcyde. Roadburn is zowel een voorbeeld van kruisbestuiving – een viering van muzikaliteit waar het iets vrijblijvender Le Guess Who? zelfs niet aan kan tippen – als redder in nood van een genre dat al veel te lang in het verleden leeft. De affiche van Hellfest 2023 zegt genoeg en bewijst dat er nog werk zat aan de winkel is voor Roadburn. Dat is alleen maar een goede zaak voor ons.

8. Hoe non-ambitie grootsheid voortbrengt

(mph) woont al een tijdje in Nederland. Wat hij mist van (soort van) thuisland België? Twee dingen: sociaal aanvaardbaar halve liters op de trein drinken en het muzikale talent dat er schijnbaar van tussen de voegen van straatstenen geschraapt kan worden. Met de terugkeer van True Champions Ride on Speed, een alweer productief jaartje voor Bert Dockx, een zoveelste vette plaat van De Portables en het feit dat die bizar goeie re-release van Köhns debuut in zowat elke gerespecteerde platenzaak van Europa blijft opduiken, mogen we alweer spreken van een briljant 2022. Niet dat de modale Belg daar iets van zou merken op radio, tv, of andere kanalen. Niet dat die namen buiten het lokale of regionale circuit vaak live te zien zijn. Niet dat ze ook maar de ambitie hebben om eens in het (verre) buitenland te touren. Het is al zo’n delicaat ecosysteem en er moet ook nog gegeten worden. Bovendien is Vlaanderen niet zo tuk op projectsubsidies en moeten we het doen met een halve VTE voor de ondersteuning van buitenlandse tournees waar de Finnen over 20 man beschikken.

Onze favoriete Belgische muzikanten laten het niet aan hun hart komen en lijken zich niet eens zo bewust te zijn van deze realiteit. Het komt de ongedwongenheid waarmee ze keer op keer hoogstaand werk uitbrengen alleen maar ten goede. Hier geen zware concepten of ingewikkelde verhalen aan de basis. Gewoon songtitels als ‘See you later, Arpegiattor’. Mochten we niet in een neoliberale hellscape leven, dan zou dat het soort scene zijn waar (mph) altijd al van gedroomd heeft: muziek om de muziek, quoi.

7. Het jaar van Lamar en billy woods

Al zullen we dat zeker in Vlaanderen niet geweten hebben. Het grootste genre op aarde wordt nog steeds stiefmoederlijk behandeld, ingegeven door kerktorenmentaliteit dan wel in bepaalde gevallen plat racisme. Hiphop is natuurlijk brééd. Wat er zich aan de ene kant van het spectrum bevindt, is het vermelden amper waard – dat was het ook niet in pakweg 1990 trouwens – maar van commercieel succesvolle acts als Kendrick Lamar tot undergroundfenomeen billy woods: net als in vorige jaren was alternatieve hiphop verantwoordelijk voor een impressionante hoeveelheid sterke releases die elkaar keer op keer overtreffen qua vernieuwing, het doorbreken van taboes of de introductie van ‘vreemde elementen’.

In zekere zin was 2022 een oogstjaar, omdat zoveel van die acts weer een podium konden betreden. We zagen Kendrick Lamar bewijzen dat live hip hop wél groots kan zijn, mits er compromissen worden gesloten. Armand Hammer kwam onze kant op, Injury Reserve mocht hun gevierde ‘By the Time I get to Phoenix’ live uitvoeren (weliswaar op vrij chaotische wijze) en met wat geluk komt ook R.A.P. Ferreira volgend jaar weer naar Europa. Overigens was niet Burial, maar Ka dit jaar verantwoordelijk voor de onverwachte drop dichtbij Kerst, een dubbele zelfs. De triomftocht van hiphop als hét genre waarin kwaliteit en nieuwe tendensen hand in hand gaan, blijft voortdenderen. Zo zie je maar: er plakken wel degelijk kwaliteiten vast aan de huidige tijd. En nu hopen op een comeback van Jonwayne.

6. The Smile ofte het einde van Radiohead

It would be impossible to see Thom Yorke so close up during a Radiohead gig, innit fam‘, hoorden we een liefhebber zalvend zeggen tijdens het concert van The Smile op Primavera. Het was tekenend voor een ongegronde vrees dat het het zoveelste mindere zijproject zou zijn van dé muzikale referenties van de laatste twintig jaar. The Smile kende een genese zoals zowat elke doorsnee band gevormd uit leden van pakweg Massive Attack, The National, Bon Iver, Gorillaz en de gekende varianten in België. Of projecten als August Greene of Scott O))) natuurlijk. Supergroups, heet dat dan, in 1974 door Time beschreven als een amalgaam gevormd door de getalenteerde malcontenten van andere bands.

Maar natuurlijk zijn we voor voorspoed en vernieuwing, en nog meer voor artistieke vrijheid. Thom Yorke, Jonny Greenwood en Tom Skinner (en Nigel Godrich) brachten met ‘A Light For Attracting Attention’ een van de hoogtepunten van het jaar, live werd het door Julian Casablancas samengevat als de ‘best show I’ve seen in years,‘ en, ‘shiiiiiiit that was good,’ en verder ‘like modern phillip glass with best of Radiohead or something… idk‘. Maar ‘best of‘ kan ook het einde van Radiohead doen vermoeden, net zoals de aankondiging van het uiteenvallen van Sons of Kemet ongeveer samenviel met de livetour van The Smile. En begin volgend jaar brengt Phil Selway een derde plaat uit bij Bella Union.

Het in eenzelfde adem uitspreken van Radiohead en The Smile ligt aan meer dan de leden: nummer ‘Open the Floodgates’ is niet veel meer dan een langgerekte versie van wat in 2006 bekend stond als ‘Porous’, ‘Skirting On The Surface’ geldt sinds 2009 als unreleased Radiohead song, uit de tijd dat Yorke tourde met Atoms for Peace, terwijl delen van de lyrics al sinds de jaren 90 circuleren in Radiohead-contreien. Er moet iets kloppen van die malcontenta. Maar tegelijk lijkt The Smile de sleutel voor ongebreideld experiment, voor een ritme dat bijna vraagt om euvels tijdens live-uitvoeringen, voor een gecreëerde sfeer die aanleunt bij het filmwerk van Greenwood, voor een explicietheid in boodschap (‘You Will Never Work in Television Again’) die Yorke na het credo spasmodic te schrijven, wat leek te zijn vergeten. 

There’s no Radiohead at the moment‘, zei Ed O’Brien in een interview dit jaar. ‘We’re not going to be one of those bands that gets together for the big payday.‘ Maar goed, Rik Torfs zei in 2009 ook nooit in de politiek te gaan.

5. Margriet Hermans Came Back

Wat weinigen weten, is dat er naast de smakelijke en iets minder smakelijke herkauwing in ‘House of the Dragon’ en ‘The Rings of Power’ in 2022 nog een nostalgisch meesterwerk werd uitgebracht. Neen, we hebben het dan niet over het beklijvende ‘Close’ of de we-verwijzen-ludiek-naar-misbruik-van-minderjarigen-voor-een-massapubliek-humor van ‘Zillion’.

Wij reiken u de hand en nemen u mee. De camera grijpt, met een lichte zoom, het gezicht van de protagoniste, die haar ogen dichtknijpt voor het licht dat weer veel te fel in het hotel is – althans dat zou Erik De Jong zeggen. Een gezicht dat plots druk heen en weer schudt. De antagonisten schrikken, en kijken elkaar aan met open mond. ‘Maandagochtend half zeven, het is nog veel te vroeg’, klinkt het, en verder: ‘wou dat het al vrijdag was, gezellig in de kroeg’. Het is een schets van de Zeitgeist, maar even goed een reflectie op het verloop van de tijd zelf. Wie wil er nooit dat het al vrijdag is? Wie vindt half zeven niet te vroeg? Zei Luc De Vos dat trouwens ook al niet? We dachten het al. Wat volgt zijn drie woorden die breed resoneren, en de antagonisten recht doen veren. ‘Lekker. Blijven. Hangen.’ Het is de perfect uiting van het extreme ennui van de bourgeoisie, van de procrastrinatie van het moderne proletariaat. Antonioni had het vast niet anders in beeld gebracht. Wanneer je het bijna niet meer verwacht, betreden twee complete buitenstaanders het toneel, en kijken ze elkaar verweesd aan tot ze besluiten om de meerderheid gewoon te volgen, gezien dat meestal het veiligst is. Ze komen uit het land van de vele hagenpreken en Wout Weghorst, dat kan iets verklaren. Een bekender antagonist uit zich als eerste ook verbaal. ‘Ferm he’, klinkt het ietwat weifelend, alsof hij niet ten volle beseft wat er gebeurt. De volgende anderhalve minuut volgt loutere entropie van een menselijkheid die je moeilijk kan ontkennen. Na twee minuten en vierenveertig seconden is het verhaal verteld, de strijd gestreden. We blijven collectief nog even lekker hangen. Het is goed zo.

4. Het Documenta Fifteen gevoel: de nadelen van risicovol programmeren

Laten we eerlijk zijn: wie geen echte leek is, zal aan een bezoek aan Documenta Fifteen hoogstens een niet onaangename nasmaak overgehouden hebben: het wholesome gevoel dat de laagdrempeligheid, het gemeenschapsaspect en de ongedwongenheid in deze editie naar boven dreven. Puur artistiek viel er weinig tot niets te beleven; het niveau was soms ronduit bedroevend en veel te vaak zagen we knappe documentaires in plaats van kunst – iets wat de verwarring van menig bezoeker beslist niet hielp. Dat kwam vooral door het gebrek aan tastbare kunst, maar ook door de voorkeur voor context boven substantie; van faux-politiek (hoezo aandacht voor Koerdische activisten maar niet voor de recente rol van de NAVO jegens hun lot?) boven kunst als op zichzelf staand statement. Even leken we weer in de cultureel relativistische jaren 70 beland te zijn, terwijl goede kunst overal op de wereld te vinden is. Dat is nooit anders geweest, en we vermoeden dat het alleen maar toeneemt. Maar vanuit de correcte noodzaak om een zekere agency terug te geven aan de global south, besloot Documenta om het curatorschap over te laten aan collectieven – als een soort zwaktebod.

Dat kán a priori niet goed uitpakken. ‘Laat 1000 ideeën botsen’ was ooit het officieuze credo van de grotendeels mislukte Occupy-beweging en in grote lijnen is iets analoogs van toepassing op Documenta. Maar die pijnlijke reflex zien we ook elders terug: zo stelt Le Guess Who? Festival zichzelf wellicht te weinig de vraag of bepaalde soorten muziek wel uit hun context gehaald kúnnen worden en of alles een plaats moet krijgen of verdient binnen die enorme diversiteit die LGW? rijk is, maar dan wel een diversiteit grotendeels uitgevoerd in westerse zalen voor een westers, wit publiek. We begrijpen beide voorbeelden – Documenta en LGW? – als een zoektocht naar een grotere stem voor kunst die bij ons te weinig aan bod komt en die aspecten van de wereld reflecteert die hier ronduit onbekend zijn. Hoe je dat doet, is echter een andere vraag. Te vaak lijken organisaties (ver)blind te zijn voor de bestaande machtsrelaties, en om deze artificieel op te heffen, wordt te vaak gekozen voor relativisme. Het echte antwoord zit natuurlijk in het feit dat kunst uit die global south een gelijkwaardige plek moet krijgen door zich ook op een gelijkwaardige manier te kunnen ontwikkelen en zichzelf te presenteren. Dat kan alleen als een Documenta of welke organisatie dan ook écht aan politiek gaat doen. Het hybride programma ‘Cosmos’ van Le Guess Who? – een festival dat vreemd genoeg deze #SR50 niet heeft gehaald, ook dat is de ijzeren wet van de mathematica – is trouwens geen verkeerde start: het toont scenes zoals ze zijn, zowel binnen hun context als in hun kracht. Vergeef ons die vreselijke laatste uitdrukking, maar we moeten ergens beginnen.

3. De knaldrang bleek een scheet in een fles

Ouwehoerende concertgangers, slechtere festivalaffiches dan ooit, woekerwinsten voor enkelen en grote verliezen voor velen, plat hedonisme, een publiek met de aandachtspanne van een garnaal en bijna nergens een doorontwikkeling van actuele muziek naar grote podia op K-Pop na – sterker nog: reünies lijken weer helemaal terug van weggeweest. Sommige Amerikaanse festivals zijn er zelfs helemaal rond opgebouwd. En nogmaals K-Pop. Maar laten we niet doen alsof we dat allemaal goed moeten vinden.

Het is de som der delen van een westerse samenleving op een keerpunt, daar twijfelen we niet aan. Maar mogen we s.v.p. ook nog wat meer verwachten van de modale alternatieve muziekliefhebber die zich te goed doet aan de meest gortige vormen van escapisme en festivals verkiest boven (onafhankelijke) concertzalen – we kijken naar jou, (mp ‘negen festivals dit jaar’ h)? En als het dan toch allemaal gereduceerd moet worden tot een eerder hedonistische invulling: waar blééf die knaldrang in godsnaam? Waar was de sfeer, de summer of love? Wij hebben niemand zien neuken onder een viaduct in Berlijn te midden van een half miljoen ravers, u wel? Dat er noch een herwaardering voor kunst en cultuur, noch een dik feest is gekomen na deze pandemie, valt niet anders dan als dieptriest op te vatten. 2022 was op veel vlakken een goed jaar, een jaar waarin van alles weer kon en ook goed uitpakte. Maar het zal nooit te boek staan als een jaar waarin we de deugden van het marktdenken op basis van de verkeerdelijk – zo blijkt – als non-conformistisch beschouwde knaldrang de kop indrukten. Het tegendeel is waar en die kans hebben we dus alweer mooi gemist. Een zoveelste tijdelijk gebroken radertje in de consumptiemachine, meer was het niet.

Maar. Maar. Op de valreep is er toch nog hoop aan de troebele oppervlakte van 2022 gekomen. Wie weet is niet alles voor niets geweest. Wie weet is er wel degelijk een mainstream post-coviddenken. We sluiten onze nummer 3 van de #SR50 graag af met een bevragend en hervorragend essay van, jawel, Pommelien Thijs, getiteld ‘ZILVER’:

Er hangt iets in de lucht, elk jaar net iets warmer
De rijken worden rijker, dus de armen worden armer
Ze flossen elke dag, want ze liegen door hun tanden
Wie gaf er ooit de touwen aan de witgewassen handen
De consument blijft consumeren
IJsberen blijven ijsberen, als er nog wat ijs voor ovеrblijft
Iedereen kijkt op naar boven
Als zе niet naar olie boren, wat blijft er dan nog van overeind?

Zilver, zilver
Zilver, zilver
Zilver, waar is die zilveren rand?

Kinderen vervreemden in de straten vol gevechten
Oude mannen maken wetten over nieuwe vrouwenrechten
En ze zien geen kleur, dan is er ook niks meer te leren
De enige schuld ligt bij zij die protesteren
Het licht gaat uit dus ons scherm licht op
Want we kijken veel en alleen rechtop
En vergelijken is simpel, maar houdt nooit op, oh
.

Preach, Pommelien, preach.

2. Low

De veels te vroege dood van Mimi Parker is ook het einde van een tijdperk en het einde van een van de allerbeste bands die ooit heeft bestaan. We mochten ze nog meemaken in de Trix en op Primavera Sound, wellicht beter dan ooit. En toch is dat geen troost. Low hoorde nog vele jaren door te gaan en ooit overgenomen te worden door de kinderen van Sparhawk en Parker – iets waarvoor het nu wellicht nog te vroeg is. Bovenal doet het altijd pijn als een van the good ones als eerste gaat. Onterecht, onfair en alweer een mooi stukje tegendraadsheid minder. We zullen je verdomd missen, Mimi. En je band ook. Gelukkig hebben we er vele fenomenale herinneringen aan overgehouden.

1. Copy of a copy of a copy: futurofobie

U knippert even met de ogen? Inderdaad: net als vorig jaar prijkt de achteruitkijkspiegel op eenzame hoogte in onze eindejaarslijst. Dat is naast een schrijnende hypocrisie onzentwege ook de meest pijnlijke vaststelling van 2022. De trend waar we vorig jaar de vinger op legden is de afgelopen 12 maanden nog verder in overdrive gegaan, en jammer genoeg is het voornaamste excuus dat we de voorbije jaren nog konden bedenken in deze jaargang niet meer aanwezig. De deuren van onze concertzalen staan weer wagenwijd open. Festivalweides stroomden afgelopen zomer weer vol en cultuurcentra kunnen weer naar hartelust programmeren. Nieuwe ervaringen, quoi. Vanwaar dan die obsessie met het verleden?

Daar waar we vorig jaar ook al een punt maakten van het uitblijven van de ‘knaldrang’ als grootste anticlimax, was er dit jaar wél aandacht voor onze clubcultuur. Helaas voor het schare kransje clubs die naam waardig die ons nog resten waren de pupillen van meer dan 500.000 Vlamingen gefocust op – u raadt het al – ‘Zillion’, een discotheek die – inderdaad – tot het verleden behoort.

Maakten eveneens bizarre comebacks via het grote en kleinere doek: ‘Running Up That Hill’ van Kate Bush wist via ‘Stranger Things’ weer rond te stuiteren in de hersenpan van miljoenen luisteraars. Via hetzelfde kanaal wist ‘Master Of Puppets’ dan weer de bankrekening van James Hetfield en de zijnen te spijzen. De Romantiek kent een ietwat absurde heropleving onder invloed van onder meer TikTok.

Ook op de podia zelf zegevierde hindsight. Pavement wist zich na jaren van afwezigheid en de bijhorende stempel van ‘cultband’ die daar automatisch uit lijkt te volgen plots als headliner op een affiche te wurmen, voor de tweede keer al. In 2010 deden ze dat ook, zij het voor minder volk. Prima optreden, dat dan weer wel. Pulp lijkt volgend jaar een soortgelijk parcours te willen betreden. De heren van Blink-182 staan eveneens in de wachtrij en ook The Mars Volta maakt (weer) een comeback. Ook zonder comebacks viel er op de festivalpodia in de Lage Landen weinig origineels te bespeuren: Pearl Jam en Metallica mankeerden klaarblijkelijk nog enkele stempels op hun klantenkaart.

Dat het inspelen op jeugdsentiment niet alleen een degelijke marketingstrategie is voor het jongste segment hoef je Studio 100 ook niet meer te leren. Met de ‘Studio 100 Rewind Party’ ging een uitverkocht – en iets ouder publiek – zonder schroom uit zijn dak tijdens De Grote Terugkeer van Spring en co: afromen zit Gert Verhulst en de zijnen in het bloed; schaamte of zelfrespect kennelijk niet in dat van zijn publiek. Qua infantiele nostalgie zal ook 2023 niet veel moeten onderdoen: de Ancienne Belgique geeft het komende jaar onderdak aan X!NK. Ook in Nederland volgen er een resem shows. Reunited and it feels so good. Het equivalent van duizenden verweesde kinderen die met een waardeloos cadeautje van de Sint het Sportpaleis uitstromen.

Het punt is inmiddels duidelijk? Pech! We ratelen nog even door: ook de platenrekken pronkten dit jaar met de afdruk van de tand des tijds. ‘Watertown’ van Sinatra blinkt in een prachtig nieuw jasje, en ook Lennon & co maakten wederom hun opwachting bij de platenboer. Het argument dat dergelijke re-re-re-reissues een nieuwe generatie in aanraking brengt met de grootheden lijkt ons toch vooral enig opportunisme te herbergen, en is in feite nergens goed voor.

En dat is – net zoals deze nummer één – weinig origineel. Maar dat is niet onze schuld. De angst voor de toekomst, verschraling door monopolisering doorheen de hele muziekindustrie-keten en een algemene tendens naar commodificering zijn de echte – saaie – redenen voor deze tendens. Ergo: ga niet meer naar Rock Werchter, gooi Spotify van je telefoon en bezoek idealiter losse concertjes waar je muziek op een fysieke drager rechtstreeks bij de muzikant kunt kopen. En goed, daar wil (mph) nog een iets verregaander politiek statement aan koppelen, maar zoals het een nummer één van de #SR50 betaamt, kwam deze tot stand op basis van consensus. Trouwens, ook hier is het Margriet Hermans die in de ruimste zin belichaamt wat wij bedoelen. Zie dus het clipje bij nummer vijf. Tot volgend jaar!

Close
Menu