november 14, 2020
Geschreven door: Sander Bortier

Hoe ZONDERWERK ons naar een beeld laat luisteren

Illustratie van Brecht Evens, begeleid door ‘MeerHut’ van Zonderwerk. Of omgekeerd, natuurlijk. © Brecht Evens, Uitgeverij Oogachtend, Uitgeverij Actes Sud.

Met Zonderwerk maken Linde Carrijn en Dijf Sanders bijzonder werk. Een naam als running gag en een zoektocht naar epiek in sounddesign groeide uit tot autonoom project, vertelden ze ons. Vandaag schept Zonderwerk soundtracks voor graphic novels en stills – een videoclip maar dan omgekeerd, denkt u. Waar gaat dit naartoe?

Hadden we ons maar strakker aan onze deadlines gehouden, dan konden we de recent aangekondigde soundtrack van Mitski voor de nieuwe graphic novel van Chris Miskiewicz en Vincent Kings schaamteloos negeren, en Zonderwerk de eerste spannende muzikale begeleiding voor graphic novels sinds lang noemen. Voor Z2 Comics, dat het project met Mitski zal publiceren, is het niet de eerste samenwerking met muzikanten – maar dan eerder omgekeerd: een kalender over Gorillaz, een stripverhaal over Major Lazer, jawel, en één over – vorige week aangekondigd – Oliver Tree. Graphic novels over de muzikant zijn niets nieuws. Die over Johnny Cash, Josephine Baker en Glenn Gould zijn bekend; ‘Mercy on Me’ goot het vroege leven en de songteksten van Nick Cave in een beeldverhaal; ‘The Incantations of Daniel Johnston’ geeft de visioenen en hallucinaties van de vorig jaar overleden artiest weer; etc.

Zonderwerk ontstond niet uit een specifieke aanvraag, noch uit de drang de sfeerklanken bij een beeldverhaal te schrijven. Eerder zochten Sanders en Carrijn naar het verhalende, het dramatische – het narratief geschreven door tijd en ruimte, gevat in de mogelijkheden met non-conformistische instrumentaliteit. De pathos vonden ze in “samples, oude bakken en tape-loops”.

Samples en fusion, het is niets nieuws voor het duo. Carrijn zoekt als actrice naar de inhoudelijke verweving van beeld en voorstellingen met muziek en klank, verzorgt de muziek bij (dans)voorstellingen en vormt samen met Maxim Storms het muzikaal-theatrale duo Brik Tu-Tok: een vertolking van een neo-dada absurdisme opgebouwd uit een arrangement van creatieve verzinsels à la CocoRosie. Met ‘Puja’ bracht Sanders eerder dit jaar de impressies die hij opdeed in Nepal en de chaotisch-experimentele interpretaties die daaruit volgden in mp3-formaat. ‘Humanum’, bijvoorbeeld, is een eclatant resultaat.

“Een fascinatie voor soundtracks met parlando’s.”

Het gaat om het creëren van een sfeer, een nieuwe realiteit opgebouwd uit prozaïsche elementen. Wie de oorsprong beter wil begrijpen, kan terecht bij wat resulteerde in de uitnodiging van Kiosk Monterey om tijdens de eerste lockdown een playlist samen te stellen, na onder meer Lander Gyselinck, Laura Mukinyi en Charlotte Adigéry. “Een fascinatie voor soundtracks met parlando’s,” verklaren ze, “met bruitage als in films”. De soundtrack die Neil Young voor ‘Dead Man’ (Jim Jarmush, 1995) schreef bevat idiosyncratische gedichten van William Blake voorgelezen door Johnny Depp, terwijl de locatie gesuggereerd wordt door het knisperend geluid van Old Black. Zelfs zonder gesproken woorden is de unheimlichkeit van het fenomenale ‘Lonely Void’ van Mica Levi, geschreven voor ‘Under the Skin’ (Jonathan Glazer, 2013), te voelen.

Het andere gedeelte van de lijst bevat nummers die een bepaalde sound onderzoeken of naar experiment zoeken binnen de contouren van bepaalde instrumenten. “Alles lijkt een interpretatie van de wereld. Onvoorzien maar in de verf gezet. De compositie, kleur en textuur ligt daarbij slechts gedeeltelijk in de hand van de schrijver – die zelf geleid wordt door mogelijkheden en limieten.” De selecties van Autreche, Aphex Twin en Yves Tumor behoeven niet eens uitleg.

Dat leidde tot dusver tot drie “luisterbeelden”, “soundtracks” die Zonderwerk schreef voor “graphic novels en stills,” zoals ze het zelf omschrijven. Twee daarvan begeleiden een tekening van Brecht Evens, de gevierde striptekenaar die enkele weken geleden met ‘Marona’ (Anca Damian, 2020) ook voor het eerst aan de basis lag van een animatiefilm (de soundtrack is van Pablo Pico). Na Evens’ semi-autobiografische, bekroonde aquarelle-verhaal ‘Het amusement’, dat werd aangekondigd met een soundtrack van Flavien Berger, werkte hij dit jaar vooral aan een “muzikale wereldkaart” voor de Philharmonie de Paris en aan een luisterboek van Wladimir Anselme. Muziek is hem niet vreemd. Eerder waren er albumcovers voor Unik Ubik en Donkey Brass Band, en het ontwerp voor de heruitgave van het fantastische, even poëtische als muzikale ‘Roma’ van Federico Fellini (1972/2017, met muziek van, zoals gebruikelijk, Nino Rota).

“Geleid door mogelijkheden en limieten.”

‘MeerHut’ en ‘WindHuis’ – met de titels zijn de associaties er ook. Maar het is het klankspel van Zonderwerk dat de blik leidt in een bepaalde richting, als vertolking van wat gezien kàn worden. Op ‘MeerHut’ zien, en horen, we meer dan de voorgrond van een meer en een hut; er lijkt een idee aangeboden te worden van wat de protagonisten in het serre-achtige gebouw doen voor hun televisietoestel. ‘WindHuis’ klinkt als het geklaag van de wind die tussen houten planken glijdt, terwijl de zonnebloemen meegezogen worden in de richting van de storm.

Voor ‘De Grot’ werd samengewerkt met tekenaar Olivier Schrauwen, door Art Spiegelman, de auteur van ‘Maus’, een der interessantste stemmen in de hedendaagse strip genoemd. “Making live drawings accompanying a musical performance for instance never interested me,” zei Schrauwen enkele jaren geleden; een soundtrack van Zonderwerk is een ander verhaal. Het verschil met het werk van Evens, is dat dat van Schrauwen woorden bevat, en dat er bij de soundtrack van een Zonderwerk één-op-éénopvolging is tussen tekst en geluid. Maar niets daarvan is “Hollywoodiaans,” om het met de woorden van Sanders en Carrijn te zeggen. We horen geen klappende handen wanneer er ‘applaus’ geschreven staat. Dat Schrauwen in de Canvasconnectie muziek besprak met een zekere mate aan narratief, zoals ook Sanders en Carijn hun quarantaineplaylist omschreven, is misschien geen toeval. Denk aan Low, Sonic Youth of Flying Horseman. Of aan ‘The Path’ van Gustavo Santaolalla, geschreven voor het actiespel ‘The Last of Us’ (Neil Druckmann en Bruce Straley, 2013).

Maar graphic novels of stripverhalen zijn maar een van de mogelijkheden, zeggen Sanders en Carrijn. “Een soundtrack voor een schilderij, een standbeeld, een gebouw – het kan allemaal.” We zijn dit keer zuinig op onze historische contextualisering, maar ook dit is niet nieuw. Denk aan de Rothko Chapel in Houston die een soundtrack kreeg van Morton Feldman (1971), of aan de schilderijen van diezelfde Mark Rothko in het MoMA waarvoor Adam Schoenberg een stuk voor componeerde (2007). Anna Clyne schreef met ‘Abstractions’ een compositie over een volledige stroming (2016); Igor Stravinsky en W.H. Auden met ‘The Rake’s Progress’ een over een serie schilderijen (1947); en Modest Mussorgsky met ‘Pictures at an Exhibition’ over een hele tentoonstelling (1874). De mogelijkheden zijn eindeloos. Momenteel denken Sanders en Carrijn bijvoorbeeld aan het werk van de Antwerpse kunstschilder Ben Sledsens. En zo blijkt Elton John niet de enige muzikant die liefhebber is van zijn werk.

“Een interesse die vertrekt vanuit naïviteit, en eindigt in een project.”

Het is in diezelfde geest dat de samenwerking met Steve Salembier ontstond, voor wiens ‘Babel’ Zonderwerk soundscapes creëerde. ‘Babel’ is een portret van de stad, en het sluitstuk van een triptiek na voorstellingen over het huis en herinneringen en over het landschap. Met de gelijknamige film van Alejandro G. Iñárritu (2006, met soundtrack van de eerder genoemde Santaolalla) heeft het weinig te maken; eerder was ‘Koyaanisqatsi’ (Godfrey Reggio, 1982) een referentie. Die film, en soundtrack van Philip Glass, geldt op regelmatige basis als vertrekpunt van nieuwe composities – zo ook tijdens afgelopen Film Fest Gent, met een herinterpretatie van Chantal Acda en Vooruit-resident Eric Thielemans.

Ergens tussen melancholie en industrie schetst Zonderwerk het ritme van de stad. Live-projecties en een schaduwspel met maquettes vormen het ontwerp van de mogelijkheid van de toekomstige stad, zonder dat een woord wordt gezegd. Naast het visuele, is het ook hier de compositie die zorgt voor het narratief van het schouwspel. Het portret van een stad, met een slepende percussie als hartslag. Dat in die stad nog ruimte is voor romantiek zou zomaar kunnen. Salembier was geïntrigeerd door het vragen aan een kunstenaarskoppel voor het maken van de soundtrack die hij nodig had, en kwam mede daardoor uit bij Zonderwerk. Want wie dacht dat The Starlings het enige muzikaal duo bestaande uit elkaars wederhelften was in het Vlaamse muzieklandschap?

“Het gaat om het zoeken in het beeld, het nadenken wat er in een beeld zit. In ieder beeld is er iets dat voorafgaat en een vervolg.”

Het doel van Zonderwerk bestaat erin te zoeken naar nieuwe mogelijkheden om muziek te verbinden met het visuele, het zoeken naar nieuwe manieren om muziek te tonen. Het is een onderzoek waar ze niet alleen in staan: de Franse choreograaf Noé Soulier bijvoorbeeld, toonde vorig jaar in het Kaaitheater ‘Performing Art’, de voorstelling waarbij twintig werken uit Centre Pompidou letterlijk voor de toeschouwers gedragen werden. De tijd toe te schouwen werd dus voor hen bepaald. Ook vorig jaar vond in het Manchester Art Gallery de tentoonstelling ‘And Breathe…’ plaats, waarbij bezoekers met een klankenspel begeleid werden in het waarnemen. Dat ligt dan weer in lijn met wat we slow art noemen. In een tijd waarin gemiddeld 26 tot 29 seconden – afhankelijk van het onderzoek – naar een kunstwerk gekeken wordt door museumbezoekers, is het een interessante denkoefening hier een langere tijd aan te koppelen. We zullen niet de eerste zijn die schrijven dat deze periode het aangewezen moment is om langer stil te staan bij kunstwerken en creaties.  

Close
Menu