december 7, 2020
Geschreven door: Sander Bortier

#SR50: 40-31

Eurowizja na Netflixie wypromowała Islandię • Poznaj piosenki z selekcji  Holandii • Czy UK wróci do JESC? • Znamy daty Sanremo 2021! –  Dziennik-Eurowizyjny.pl
Rachel McAdams in Eurovision Song Contest: The Story of Fire Saga (David Dobkin, Netflix, 2020).

Soms is het eerder niet dan wel, wanneer we het jaar moeten samenvatten. Zo lijkt het het eerste jaar waarin superfan Jason niet verenigd werd met Tom Smith. Anderzijds is er wel een nieuwe fan die zijn liefde voor de band verklaart, met name voor het nummer ‘Papillon’. Oh, it kicks like a sleep twitch! Ook dat is 2020. Hieronder tien gebeurtenissen die onze muzikale eindejaarslijst wel haalden.

40. De vele armen van Dijf Sanders

Zo’n titel smeekt bijna om een vergelijking met de goden van het hindoeïsme, die overigens hun namen gaven aan de titels op Dijf Sanders’ tweede album ‘Puja’ (Unday Records). Maar we weerstaan de verleiding, en ook Sanders zelf gaat hier gepast mee om. “Het vertrekt vanuit een interesse en naïviteit, het is niet zo dat ik me na een bezoek aan het land en het maken van de plaat een Nepal-expert kan noemen,” vertelde hij toen we hem spraken. Dat de geluiden op het album – field recordings – in de pers beschreven werden als “mumblerappende priesters”, “voodoo ritmes” of “kwelende monniken”, en dat recensies afgesloten werden met “Namaste!” – daar kan Sanders ook weinig aan doen. In een interview met Knack Focus verzette hij zich fel tegen “een soort wereldmuzieksnobisme, waar evengoed een vorm van paternalisme in schuilt”.

Samplen en samenwerken moet zowat het credo geweest zijn van Sanders’ jaar. Op Puja horen we naast geluiden uit de Nepalese natuur en de menselijke stem, onder meer de rolmo (cymbalen), dungchen (hoorn), sarangi (houten strijkinstrument), gyaling en schalmei (conisch gevormde herdersfluit). Eens terug in Gent werden opnames en meegebrachte instrumenten onder handen genomen met saxofonist Mattias De Craene – neef van – en drummer Simon Segers. Samen vormen ze de band MDC III, waarvan Dijf Sanders het officieuze vierde lid is. Voor Segers’ andere project, De Beren Gieren, producete Sanders samen met Frederik Segers de plaat die in februari verschijnt. De Craene zorgde dan weer voor de saxofoonriff op ‘Lockdown Love’, de eerste single van Sanders’ project Teddiedrum in een klein decennium. Ook Compro Oro en Schroothoop rekenden op Sanders voor de productie van hun album; net als Eefje de Visser, voor wie Sanders ook de synths van haar laatste plaat ‘Bitterzoet’ inspeelde. Noem een willekeurige fusion-act ergens tussen de Schelde, de Leie en de Willebroekse Vaart en er is een aanzienlijke kans dat Sanders erbij betrokken is.

Een van zijn projecten trok dit jaar in het bijzonder onze aandacht: Zonderwerk, dat tot stand kwam na een samenwerking met Linde Carrijn en een gezamenlijke zoektocht naar het verhalende, het atmosferische en het dramatische in beeld en klank. Het resultaat is de compositie van “luisterbeelden”: “soundtracks geschreven voor graphic novels en stills” – voor u geanalyseerd in dit artikel. (sb)

Contemporary practices in Nepal Art Now - Art Spectacle Asia
’54 views of wisdom and compassion’, door Tsherin Sherpa, 2013. Het werk, bestaande uit 54 panelen, was vorig jaar te zien op de tentoonstelling ‘Nepal Art Now’ in het Welt Museum te Wenen en dit jaar op de tentoonstelling ‘Metamorphosis: Recent Paintings & Sculptures’ in de Herron School of Art and Design, Indianapolis, USA. Een in compositie licht verschillende versie prijkt op de albumcover van ‘Puja’ door Dijf Sanders, 2020.

39. Adrianne Lenker

Georges-Louis Bouchez zal gelijk moeten krijgen als Adrianne Lenker Christmas eve wil vieren met “mother and sis”, zoals ze zingt op het fragiele ‘Anything’. Het zou ergens bovenaan onze eindejaarslijst prijken mocht mooi het doorslaggevende criterium zijn. Over een tijdspanne van iets meer dan twaalf maanden bracht Lenker maar liefst vier albums uit: twee solo en twee met haar band Big Thief, en steekt daarmee James Blake en Aaron Dessner naar de kroon. Lenkers twee soloplaten kwamen er enigszins tegen wil en dank, met een agenda die initieel in het teken stond van een concerttour. Net voor het land en bij de uitbreiding de wereld op slot ging waren ook wij aanwezig op de fenomenale passage van de band in de Ancienne Belgique, achteraf gezien meteen het laatste volwaardige concert van het voorjaar. Haar uitvoering van ‘Not’ – single van het album ‘Two Hands’ en, jawel, een van Obama’s favoriete nummers van 2019 – zal ons dan ook nog lang heugen. ‘Love in Mine’, voordien enkel te verkrijgen op zeldzame edities van de plaat, verscheen dit jaar dan toch als single, en met ‘Topanga Canyon, CA’ werd een EP met vijf demo’s uitgebracht om het weggevallen inkomen van de touring crew te compenseren.

Solo veilt Lenker de kantjes er netjes af en brengt ze haar muziek terug tot naakte essentie – het resultaat van een wekenlange retraite in de bossen van west-Massachusetts, vanuit Topanga Canyon zowat het andere uiteinde van het land. ‘Songs’, Lenkers besognes in elf uitgepuurde nummers samengevat, grijpt recht naar de keel. Zo zingt ze op persoonlijke favoriet ‘Not a lot, just forever’ over haar verlangens: genegenheid, settelen, kinderen. De moeilijkheden van twee mensen om hun eigenheid te bewaren en toch samen iets op te bouwen lijkt de rode draad te zijn op het hele album. ‘Instrumentals’ zijn dan weer twee – euh – instrumentals die in de eerste plaats geschikt lijken om een gezellige brunch op te luisteren. Heerlijk vrijblijvend. (th)

38. Op Winterreise met Jerskin Fendrix

Windmill. Brixton. Scene. Als die drie woorden u weinig zeggen, is dat uiteraard niet meer dan begrijpelijk. De commerciële exponenten van da scene, Black Midi en Black Country, New Road, spreken daarentegen meer tot de verbeelding. Laat de vergelijking met dat tweetal ook voor de virulente tegenstanders van geïnstitutionaliseerde ‘experimentele’ muziek de eetlust echter niet bederven! Want Jerskin Fendrix moet u horen, het is bijzonder eenvoudig. Zijn ‘Winterreise’ is niet alleen een ideaal portret van wat een aandachtspanne van gemiddeld 3 seconden betekent anno 2020, maar ook een ontkenning van muziek als genrefähig product. ‘Winterreise’ is álles, en misschien méér dan dat. Wat begint als een ietwat oubollig Klavierwerk, wordt binnen het halfuur een mismeesterd hyperpop-hitje, een vocoder-rijke, drony uitwas, een halve Ke$ha- (jawel) parodie en een no-wave saluut aan Nick Cave.

Fucking hell, ik weet ook zelf niet wat dit allemaal moet betekenen. Maar ongrijpbaar en briljant, hoogdravend en irritant, memen en beuken, oxymoron en asyndeton, chiastisch en climactisch; ‘Winterreise’ is het allemaal. Wie Jerskin Fendrix dan precies is en waarom hij dit allemaal uitbrengt? Werkelijk geen enkel idee heeft u na het beluisteren van deze 41 minuten. Waarschijnlijk zit er een relatiebreuk tussen. Een inzinking. Misschien een herstel en herval. Eén ding staat echter als een paal boven water: A Star Is Born. Niet Lady Gaga of Barbara Streisand, maar The Jerskin. (sc)

37. Duyster is terug

Toegegeven, toen Ayco en Eppo de terugkeer van het legendarische zondagavondprogramma Duyster aankondigden vielen we even ten prooi aan nostalgie. Daarnaast rezen toch ook een aantal vragen: is er na al die jaren bij Radio 1 geen stof komen te liggen op de kunde om de juiste songs uit een tsunami aan nieuwe muziek te halen?

Twaalf uitzendingen verder moeten we gewoon vaststellen dat de selecties weer subliem zijn. Regelmatig wordt er dan ook een nummer toegevoegd aan onze eigen afspeellijsten, zowel nieuwe releases als oude (vergeten) nummers. Wie de afleveringen niet kon beluisteren kan overigens de afspeellijsten per aflevering keurig terugvinden op Spotify. Reken daarbij nog een aantal uitstekende livesessies in ‘The Tunnel’ (waarom niet gewoon ‘de tunnel’?). Zo onthouden we met name Bert Dockx’ herwerking van The Velvet Underground’s ‘Pale Blue Eyes’ – een pareltje dat zich zomaar kan meten met het origineel. Eén ding is duidelijk: in 2020 komt men zonder problemen weg met schaamteloze nostalgierecuperatie. Ondertussen werden er extra uitzendingen aangekondigd voor de eerste helft van 2021 maar dan moet het écht wel genoeg zijn. (th)

36. Rosalía schrijft arthouse regisseurs aan en komt uit bij Tiktok en… Arca

Vorig jaar sloot Rosalía haar – overigens prima – album ‘El Mal Querer’ af met een lijst van 25 artiesten die haar in haar artistieke zoektocht inspireerden. Daarop pronken niet enkel György Ligeti en J.S. Bach, maar ook regisseurs Pedro Almodóvar en Gaspar Noé. Ongeveer gelijktijdig bleek La Rosalía een gastrol te spelen in het briljante ‘Dolor Y Gloria’ van Pedro Almodóvar; samenwerkingen met Noé, die dit jaar voor de film ‘Lux Æterna’ rekende op Béatrice Dalle en Charlotte Gainsbourg, zijn er voorlopig niet. Dat kan nog iets directer, moet ze gedacht hebben, dus sprak Rosalía de regisseur rechtstreeks aan in haar hit ‘TKN’: “Zoom en la cara, Gaspar Noé”. Met de zin “Vestia’ de negro como Kika” en de verwijzing naar Verónica Forqué in het door Jean-Paul Gaultier ontworpen gewaad, is Almodóvar er ook dit jaar weer bij.

Still uit de openingsscène van ‘Dolor Y Gloria’, waarin Rosalía Vila i Tobella (links) en Penélope Cruz (midden, met hoed) het nummer ‘A tu vera’ zingen. Regie en screenplay door Pedro Almodóvar, cinematografie door José Luis Alcaine, kostuumdesign door Paola Torres.

Waar staat dat drieletterwoord voor? Wat bedoelt La Rosalía met “Más-más te vale no romper la omertá”? Wat betekenen de kinderen in de videoclip? En hoe slaagt Rosalía erin om, na James Blake, nu ook Travis Scott in het Spaans te laten zingen? De gedetailleerde uiteenzettingen en uitvoerige beschouwingen waren er, de antwoorden niet. Voorlopig is het enige visuele gevolg een immense toevloed aan Tiktok-interpretaties, met een heuse Baila-challenge als resultaat.

Daar kan nog wel een drieletterwoord bij, moet Arca gedacht worden, en ze nam, na een remix van ‘TKN’, Rosalía onder de arm voor het nummer ‘KLK’. De Spaanse prijkt nu naast Shygirl, Sophie en Björk – Rosalía’s inspiratiebron als het op albumcredits aankomt – als gastartieste op het album ‘KiCk i’, het eerste luik in een tetralogie. Interviewmagazine nam drie interviews, jawel, af naar aanleiding van het album, waarbij Arca in gesprek trad met Marina Abramović, Oscar Isaac en Rosalía. “Performing is like technology, you know? We use technology to express something human, but the technology is not us,” zei Arca. “You can’t forget your humanity,” antwoordde Rosalía. Is het niet Gaspar Noé die het menselijke lichaam gebruikt als narratief in zijn films? (sb)

35. Chick Corea

McCoy Tyner stierf begin dit jaar. Keith Jarrett vertelde eind oktober aan The New York Times dat hij nog steeds gedeeltelijk verlamd is na een dubbele beroerte in 2018, en allicht nooit meer zal optreden. En zo is Chick Corea stilaan – samen met Herbie Hancock – een van de laatste monumenten uit de generatie na die van Davis en Coltrane. Gelukkig lijken noch Hancock noch Corea voorlopig van ophouden te willen weten, en met name die laatste verkeert de laatste jaren in de vorm van zijn leven. Zijn geplande passage in de Bozar dit najaar had dan ook gegarandeerd vonken gegeven. Helaas.

Een mooie troostprijs is dan toch deze liveplaat ‘Plays’, een dubbelalbum met een compilatie van concertopnames uit 2018. Geen avant-gardistisch fusionexperiment, wel een verbluffend veelzijdige plaat met muzikale portretten, medleys en oudere composities. Wat hebben Mozart en Gershwin gemeen? Bill Evans en Antônio Carlos Jobim? De manier waarop hij stijlen, periodes en artiesten samenbrengt is even onnavolgbaar als geniaal. Eat that, Night of the Proms.

Treffend is ook de ongedwongen sfeer op heel het album. Want Corea is niet alleen een briljant pianist, maar ook een geboren entertainer. In die zin is hij de regelrechte antipode van Keith Jarrett, wiens scheldtirades richting publiek even virtuoos waren als zijn solo’s. Zo zijn de twee duet-improvisaties op ‘Plays’, telkens met een vrijwilliger uit het publiek, verrassend geslaagd. En alleen al daarom is dit album het perfecte antigif voor een tijdperk waarin klinische Zoom-optredens de norm zijn geworden. (vg)

34. Molchat Doma

Weet u dat FK Bate Borisov, behalve regulier slachter van de Belgische ambities in de Champions League, ook onderdak biedt aan the man, the myth Aljaksandr Hleb? Weet u dat we van 2005 tot 2008 van mans kunde konden genieten op Highbury/Emirates Stadium? Veel doet het er niet toe, maar een gratuite revolutionaire referentie aan Loekasjenko en Tichanovskaja terzijde, kan ik niet bijzonder veel bedenken dat ons snel bij Minsk zou brengen. Wit-Rusland dus: het land dat de actualiteit weifelend wist te kapen, maar dat in de meeste huiskamers waarschijnlijk niet tot meer dan een collectief schouderophalen leidde.

Zonder u het wist, kroop er misschien toch een flinke streep Wit-Rusland uw huis binnen. En neen, dat is geen hondenfluitje. Het gaat om Molchat Doma, dé synthpopband van het moment. Onder leiding van de inktzwarte, binnensmondse crooner Egor Shkutko brak Molchat Doma zowaar door op TikTok met ‘Судно’, omdat de jeugd blijkbaar snakt naar ‘Soviet vibes’. De grootse ironie van dit alles, de vermarkting van de zogenaamde Sovjetesthetiek, zorgt er echter niet voor dat een nieuw Molchat Doma-album minder interessant wordt. De gortdroge baslijnen zijn er weer, net als de schier speelse leads. ‘Monument’ is dan ook een veilige, maar steengoede verderzetting van wat ‘Этажи’ bracht, en dat was heel wat meer dan een platendeal bij Sacred Bones. Terend op een erg trouwe internetcult (Patrician Music Chartposting, iemand?) lijken de Wit-Russen definitief vetrokken voor een lekker sombere toekomst. En wie zou ooit iets anders durven wensen? (sc)

33. Italiansdoitbetter en de betere (?) versies van foute (?) hits

Making a bunch of art. We never stop,” was Johnny Jewels antwoord toen Vulture hem in 2018 vroeg waar hij up to was. Twee jaar en twee lockdowns later blijkt aan dat adagium niets veranderd: de output van het label Italiansdoitbetter is vrij hallucinant – zeker wanneer Jewel al het voltooide materiaal intact laat. Wetende dat Jewel zowat de Thierry Baudet van het label is – van ideoloog en producer van zowat alles, tot ontwerper van albumhoezen en fotograaf – maakt dat het allemaal nog straffer.

Johnny Jewel Destroyed Thousands of Copies of Chromatics' 'Dear Tommy' and  Started the Record from Scratch
Restanten, relikwieën en memorabilia van de plaat ‘Dear Tommy’ van Chromatics, oorspronkelijk gepland voor 2017 maar nog steeds niet uitgebracht. Dit jaar publiceerde Jewel wél een tracklist, en deelde het nummer ‘Teacher’ van op het album. Wanneer het volledig zou uitkomen is nog steeds een raadsel. Foto door Johnny Jewel/ Alexis Rivera.

Naast gekende acts als Chromatics en Desire, maakten we dit jaar kennis met onder meer MOTHERMARY en Glüme. Artiestenbio’s klinken respectievelijk als volgt: “Elyse and Larena, twins, and the youngest of almost a dozen children, escaped a Mormon upbringing in northwestern Montana. (…) After leaving the repression of religion and experiencing similar barriers in the music industry, Elyse taught herself music production.” Of nog: “A digital girl who is just visiting,” met “earth just different” als plaats van origine. Vooruit dan maar.

Met Chromatics lijkt Jewel al jaren een patent te hebben op revisies van een arsenaal aan bekende nummers van gecanoniseerde artiesten: van Neil Young tot Kate Bush, van Bruce Springteen tot Cyndi Lauper. Dit jaar releasete Desire, dat voor de helft bestaat uit leden van Chromatics, ‘Bizarre Love Triangle’ – een nummer dat zelfs in de originele versie van New Order iets weg heeft van de dreamfunk van Jewel. In 2020 lijkt die formule interessant te klinken voor tal van andere artiesten, met Purity Ring die na het prima album ‘WOMB’ de cover ‘Better off Alone’ uitbracht, naar het origineel van Alice DJ; of Poppy die t.A.T.u. coverde met ‘All The Things She Said’. Anohni deelde dit jaar een oude cover van ‘I Will Survive’ (Gloria Gaynor). James Blake coverde tal van nummers tijdens livesessies, en bracht ‘The First Time Ever I Saw Your Face’ van Roberta Flack uit. En dan is er nog Phoebe Bridgers’ cover van ‘Iris’ van Goo Goo Dolls. Wat Kelly Lee Owens deed leest u hieronder, de knipoog naar Lianne La Havas plaatsen we hier. 2020 en nostalgierecuperatie, weet u. (sb)

32. A.G. Cooking in the Glitchen

Overdaad schaadt zelden. Het is uiteraard een bekende zegswijze, maar weinigen brengen ze zo goed in de praktijk als Alexander Guy Cook, kortweg A.G. Cook. Met ‘7G’, een 49 nummers lang epos zonder enig bindend narratief, en ‘Apple’, de iets meer gecondenseerde variant, is hij zonder meer één van dé muzikale personae van 2020. Reken daar dan nog eens het uitstapje met Charli XCX bij (het koortsige lockdownalbum ‘How I’m Feeling Now’), en de liefhebber van deze opzwepende glitch heeft diabetes tegen 2021. Niet dat ondergetekende vies is van een notabel zoethoudertje, en dosis facit venenum, maar het verlies van focus vormt meer dan ooit een uitdaging voor A.G. Cook. (sc)

A.G. Cook floating in space!
Uit de clip van ‘Silver’ op Youtube

Waar ook de gitaar steeds prominenter de intrede doet, durft glitch al eens te vervellen tot kitsch, wat in het universum van PC Music geen ramp hoeft te zijn, maar niet getreurd: ook in deze escapades blijft Cook zijn idiosyncrasie onderstrepen. De aan EDM refererende patronen die de vaak erg puntige songs kleuren, geven het geheel het verraderlijke karakter van een levend simplisme. Het hyperkinetische ‘Xxoplex’ benadert het best de huisstijl van PC Music, met distorted synths in goede Eurodance-traditie en een serieuze portie trashy claps. Blend Skyline niet genuinely in with de huidige grondstroom als je de vorige zin leest? Ook wij leren bij. Anyway, de nauwgezet opgebouwde Serum- en Spire-presets – indien u meer adjectieven wenst in deze paragraaf, laat het gerust weten aan onze ombudsman – komen het best tot uiting in slowburners als ‘Dust’ of ‘Car Keys’.

Aan de al vreselijk melodische passages wordt in 2020 echter een behoorlijk consistent element toegevoegd: de stem van Cook zelf. Waar ze vroeger verborgen ging onder een mistig effectenblok, wordt Cooks verre van uitzonderlijke stem prominenter voorgeleidt. En dat blijkt toch beter te werken dan verwacht. A.G. Cook is in 2020 een nog completer solo-artiest geworden. Hopelijk bevestigt hij ook live in 2021 deze status. Hout vasthouden. (sc)

31. Kelly Lee Owens

Kelly Lee Owens wist met haar debuutplaat in 2017 meteen tere zieltjes te veroveren. Met haar unieke cross-over tussen dreampop en harder elektronisch werk eiste ze zelfs de aandacht op van eindbaas Jon Hopkins. Dat zorgde ervoor dat Owens dit jaar samen met Der Jonny een herwerkte versie van ‘Luminous Beings’ uitbracht (onder de titel ‘Luminous Spaces’). Een grondige koerswijziging zat er op de nieuwe plaat, ‘Inner Song’, echter niet in. Een verdere verfijning van geijkte methodes des te meer.

Op opener ‘Arpeggi’ herwerkt ze het gelijknamige Radiohead-nummer tot een ijskoude instrumental, inclusief een klaterende break. Zelf geeft Owens aan geen week zonder een keertje naar ‘In Rainbows’ te luisteren te kunnen. Zelf zijn wij ook wel eens door zulke periode gegaan, en stellen we ons dus graag begripvol op ten opzichte van deze bekentenis. ‘Inner Song’ valt daarnaast niet in één hokje te plaatsen. Op hoogtepunt ‘Jeanette’ (een ode aan haar grootmoeder) worden bleeps rustig opgevoerd tot ze uitmonden in een kurkdroge technobeat. Op ‘Melt!’ kanaliseert ze dan weer de angst van een generatie die de steeds meer voelbare klimaatverandering in de ogen kijkt, met de hulp van samples van smeltende gletsjers en ijsschaatsers. De titel van de track deed ons zowaar even mijmeren over onze laatste redactietrip naar het Duitse festival. ‘L.I.N.E.’ lijkt dan weer opvallend te refereren aan de betere dreampopband (Beach House?). Op ‘Corner Of My Sky’ wordt ze zelfs bijgestaan door niemand minder dan John Cale, tevens landgenoot van de Welshe Owens. ‘Inner Song’ is met andere woorden een perfect uitgebalanceerd album geworden, dat doet dromen van een bezwete clubnacht. (th)

Foto door Sarah Stedeford
Close
Menu