november 7, 2020
Geschreven door: Lennart Drossaert

Verdwalen in het spiegelpaleis van Spinvis

Spinvis - 7.6.9.6
Bron: Spinvis

Gewapend met debuutplaat ‘Spinvis’ had Erik De Jong al een kleine twintig jaar geleden zijn audiëntie met de Nederlandse muziekgeschiedenis. Geslaagd met vlag en wimpel was toen het algemene verdict. De plaat, zorgvuldig op eigen houtje in een zolderkamer in elkaar gestoken, is inmiddels tot een klassieker uitgegroeid. Hoe kan het ook anders, als je op je eerste langspeler kan uitpakken met het triumviraat ‘Bagagedrager’, ‘Smallfilm’ en ‘Voor Ik Vergeet’? Het zijn parels die men koestert als oude vrienden. Een weerzien dat gepaard gaat met een weemoedige glimlach en mijmeringen over het verleden. De Jong is immers een muzikaal impressionist. Een verzamelaar van verhalen, de één (‘Stefan & Lisette’) al relevanter dan de ander (‘Ronnie Knipt Zijn Haar’). Een observator die drenkt in melancholie. Een specialist in de autopsie van het leven.

De protagonisten en de melodieën dwalen geruime tijd rond in het universum van De Jong alvorens ze worden losgelaten op de wereld. Hij laat de tijd daarvoor ongestoord zijn gang gaan. Oude demo’s die recent kwamen bovendrijven gunnen ons een blik op een pre-Spinvis tijdperk. Daaruit ontwaren we nagenoeg moeiteloos ‘Voor Ik Vergeet’ en het recentere ‘Kom Terug’. Als dat de uitkomst is kunnen we dergelijk hamstergedrag enkel aanmoedigen.

“De Jong is een observator, die knipt en plakt en drenkt in melancholie, gespecialiseerd in de autopsie van het leven”

Inmiddels ligt die debuutplaat ver achter ons en werden er nieuwe banden gesmeed. In 2011 kregen de lage landen het betoverend mooie ‘Tot ziens, Justine Keller’ voorgeschoteld. De theatertour waarmee de band diezelfde langspeler ging promoten hield onder andere halt in Leuven en moet zowat het mooiste zijn geweest wat er dat jaar in Het Depot te zien viel.

Drie jaar geleden, inmiddels een ander tijdperk, was er dan weer ‘Trein Vuur Dageraad’, met die wondermooie titelsong. Op deze plaat schuwt De Jong het niet om de spotlight met anderen te delen. Denk bijvoorbeeld aan het uiterst fragiele ‘Wat Blijft’, met glansrol voor oude bekende Saartje Van Camp. Ook live blijft die ambitieuze plaat wonderwel overeind: ‘Hallo Maandag’ en ‘Artis’ werden in het Rivierenhof met open armen ontvangen. 

Ondertussen zijn we in het jaar 2020 en heeft Erik De Jong met ‘7.6.9.6’ terug een plaat ingeblikt, jaren na dat sprookjesdebuut maar net als toen in complete isolatie. Een speling van het lot die doorgaans voor eigen creaties lijkt voorbehouden, niet voor diens auteur. Het resultaat is géén ‘Spinvis 2.0’, maar wél een volwaardige toevoeging aan het imposante oeuvre van een artiest wiens blik steeds ruimer lijkt te gaan liggen.

Ondanks een blindelings vertrouwen in de artistieke kwaliteiten van de Nederlander werd het enthousiasme toch ietwat getemperd door de vooruitgeschoven singles. Voorbodes ‘Scherven Van Jou’ en ‘Verzonnen Man’ brachten vooral verwarring zonder verlossing. De cryptische titeltrack ‘7.6.9.6’ doet daarentegen weer wat we van Spinvis gewoon zijn: zand in de ogen strooien én tegelijkertijd een arm rond de schouder slaan.

En kijk: op de plaat vallen (de meeste) stukken wél op hun plaats. Single ‘Picasso’ is een Spinvis grand cru: groots in de details en een verhaallijn die vooral nog door de luisteraar zelf ingevuld moet worden. De protagonist doet – in tegenstelling tot Eva – niet écht aan bidden, maar “brandt een kaarsje in de kerk / voor de mensen op haar werk.” De grootste knipoog naar het vroegste van Spinvis zit in de waarheid die er geen is: ‘Soms breekt er een hart, soms blaft er een hond’. Het oudste verhaal der mensheid, maar gebracht vanuit de luxepositie aan de zijlijn: “Je ziet er niet uit / Ze zit achter je ogen en onder je huid.”

Het hoogtepunt zit in de procrastinatie, ‘Niet Vandaag’ sluimert over de eindigheid der dingen en culmineert in een zinderend slot. Een nummer met het afscheid in het achterhoofd, dat zich met recht en rede tot het betere werk van Spinvis mag rekenen. Wie de gedachtesprongen probeert te volgen is eraan voor de moeite. Op ‘Paon’ rijgt De Jong de beelden op een jazzbeat aaneen, maar naar een duidelijke narratief blijft het toch vooral gissen. Voor de antwoorden luistert men geen Spinvis. Op ‘7.6.9.6’ gidst Erik De Jong ons paden op zonder naar de wegwijzers te kijken. Er zijn ergere plaatsen om te verdwalen dan in de hersenspinsels van Spinvis. Hoe zou het nog zijn met Ronnie?

Close
Menu