maart 23, 2023
Geschreven door: Victor Goemans

Metamorfosen voor de 21ste eeuw

Toen precies tien jaar geleden ‘Dream River’ uitkwam – een album dat, zo weten we intussen, een van de állerbeste was van het voorbije decennium – verkondigde (mp-h) zonder blozen dat Callahan de wereld met deze vierde release een Bucolica voor de 21e eeuw had geschonken. Een karakterisatie die vandaag zo mogelijk nog accurater lijkt dan toen.

Maar Callahan is niet de enige artiest die op volstrekt eigenzinnige wijze teruggrijpt naar eeuwen-, nee, millenia-oude thema’s. In dezelfde periode pende Amerikaanse componiste Alex Temple immers ‘Behind the Wallpaper’ voor Julia Holter en Spektral Quartet, een korte liedcyclus over gedaantewisseling en het vervagen van de grens tussen droom en werkelijkheid. Het is een uitgesproken narratief werk geïnspireerd door Temple’s eigen transitie, maar met een universele uitstraling. Net zoals Callahan’s pastorale uitspattingen botsen op verwijzingen naar massa-extinctie en klimaatverandering, creëert ‘Behind the Wallpaper’ een gelijkaardige frictie: het is tegelijk persoonlijk, romantisch én een prangend j’accuse richting een maatschappij waarin anders-zijn a priori verdacht is. Hoewel ‘Behind the Wallpaper’ een aantal keer uitvoeringen kreeg, werd het nooit opgenomen – tot nu.

Julia Holter en Spektral Quartet. (c) onbekend

Het verhalende karakter en de opbouw van de cyclus – volledig doorgecomponeerd, zonder refreinen, reprises of motivische ontwikkeling – maakt dat ‘Behind the Wallpaper’ haast klinkt als muzikaal proza, aangedreven door het hoekige contrast tussen verschillende korte secties. Dat contrast wordt versterkt door de weelderige arrangementen – inclusief puntige pizzicati, flageoletten en hedendaagse speeltechnieken – hier en daar aangevuld door spaarzame field recordings. De plaat klokt af op 33 minuten, maar meandert binnen dat tijdsbestek langs indiepop, theatermuziek en laat 19e eeuwse romantiek – soms binnen éénzelfde nummer.

Die stilistische fluïditeit is ongetwijfeld een van de meest interessante aspecten van ‘Behind the Wallpaper’, dat tegelijk eloquent is én pretentieloos. Zelf vermeldt Temple onder meer invloeden uit Elizabethaanse muziek en Weimar cabaret. Dat laatste verwijst mogelijk naar ‘Unnatural’, dat initieel klinkt als de muzikale verklanking van een soort mime-spel; de epiloog klinkt dan weer als een herinnering aan de psychologiserende, chromatische taal van “Verklärte Nacht”. Een werk dat – jawel – óók gaat over transformatie en gedaanteverwisseling. Eigenlijk wijst trouwens alles – de Schubertiaanse woordschilderingen (‘Tiny Holes’), het vraag-antwoordspel tussen verteller en begeleider (‘Science Park’) – op een grotere affiniteit met de klassieke (lied)traditie dan met indiepop.

Niet de studioversie, wel een live-uitvoering.

De tekst, die net als de muziek van Temple’s hand is, neemt ons mee langs vluchtige en soms surrealistische tableaus – een verlaten parkeerterrein, een vernissage, een onfortuinlijke date. De afstand die Holter op dit album neemt van de tekst en muziek maakt dat ze andere facetten van haar stem verkent dan op haar solo-albums: luister bijvoorbeeld naar haar diepe, emotieloze alt op ‘This American Life’. De articulaties zijn beheerster, meer afgemeten; wat opnieuw bijdraagt aan het theatrale en soms licht ironische karakter van de muziek.

De persoonlijkheden van Temple, Holter en Spektral Quartet versmelten doorheen het album op wonderlijke wijze. Dat evenwicht verdraagt echter weinig inmening van buitenaf. De minder subtiele ingrepen van William Brittelle, die de productie-honneurs waarneemt, doen meestal dan ook geen recht doen aan de uitvoering van Holter en Spektral Quartet – denk bijvoorbeeld aan ‘Midnight Bus’, waar het laatste woord van de tekst plots bedolven wordt onder reverb. Tegelijk onderlijnen deze momenten de waarde van de verder Spartaanse productie.

Dat Spektral Quartet dit album nog opnam als deel van haar nalatenschap – het ensemble ging immers vorig jaar uit elkaar – zegt allicht wel iets over de waarde die de artiesten zelf hechten aan dit werk. Julia Holter, toch zelf een van de beste songwriters van onze tijd, stelt dan weer voor het eerst in haar carrière haar stem ter beschikking van andermans songs. Het resultaat is memorabel.

Ovidius, eat your heart out.

Close
Menu