februari 15, 2022
Geschreven door: Stef Claes

Laurel Hell, zeg dat wel

Mitski op Coachella 2017

Het is donderdagavond. Dat zegt in se niet veel meer dan dat woensdag gisteren was en vrijdag morgen, maar zo weet u het geheel toch te situeren. Ik wandel, gehuld in potsierlijke sneakers (leve de e-commerce!) en een ongemakkelijk laag uitgesneden zwart t-shirt (leve de tics nerveux!), richting de vermaarde Brusselse Monk, waar een dampend bord spaghetti, maar vooral het warme enthousiasme van voormalig Skyline-coryfee (th) me opwacht. Het regent buiten, en dat vindt (th) maar net hoe het hoort. “Let’s drive out to where dust devils are made”, zegt hij, en ik kijk vol onbegrip naar zijn ijle standvastigheid. Iets in (th)’s pose – zijn smalende blik richting de posters op de muur? Zijn monolitische klederdracht? – doet vermoeden dat er meer schuilt achter deze woorden, alsof de stofduivels de sleutel zijn tot het begrip van de wereld der zaken die Mitski beroeren, de onnoemelijke uitgestrektheid van wat de Lunch Garden-man ‘het leven’ noemt. Ik besluit het gesprek niet uit de weg te gaan en zet me neer op de typische schoolstoeltjes, veel te dicht bij de aanpalende tafel. Het gesprek kantelt al meteen naar ‘Laurel Hell’, het nieuwe album van de Voorzienigheid zelve. (th) gebruikt de tafel als piano en speelt met een bepaalde zelfzekerheid enkele akkoorden, begeleid door volgende woorden:

Maar je moet het ook willen horen, natuurlijk. Het is Angelo Badalamenti die dit album vormgegeven heeft. Je moet eens naar ‘Everyone’ luisteren. Oké, het is een redelijk reguliere track, tot vlak voor het eind. Die pianoklanken, ik bedoel, het is onmiskenbaar. Dit is David Lynch.

Is dit een verwijt? Ik wil het klaarblijkelijk niet horen. Is het mijn wilskracht die me in de steek heeft gelaten? Moet ik gewoon meer willen dan? Zelfreflectie is een essentieel menselijk proces, dat weet ik ook wel. Ik probeer voorzichtig:

Het is niet dat ik niet wil. Ik probeer al geruime tijd voet aan de grond te krijgen en Mitski te begrijpen, te begrijpen waarom huilende twintigers en dertigers besluiten om een Japans-Amerikaanse theeschaal in hun woonkamers te plaatsen, waaraan ze dagelijks bidden voor betere arbeidsverhoudingen in deze wereld. Het is allemaal aandoenlijk, en onverschilligheid is vreselijk. Ik heb gedacht de sleutel te vinden in Mitski’s vermaarde afstandelijkheid, maar zie niets dan tegenstellingen in die houding, want echte afstand is meer dan een loutere houding, het is een wilsuiting, een volitie zou Sophie Wilmes zeggen.

(th) bekijkt me met mededogen, alsof de release van ‘Laurel Hell’ an sich genoeg is om dit alles te duiden. Het zesde album van Mitski (uitgekomen bij Dead Oceans) is waarschijnlijk haar minst consistente, en de goedgeluimde synths als die van ‘That’s Our Lamp’ doen te veel aan een Future Islands B-side die door MGMT werd bewerkt denken, dat erkent (th) ook wel, maar Mitski is Mitski: ‘ze is echt anders, alsof ze rechtstreeks tot haar fans spreekt.’ Even zie ik een levensvonk door (th)’s ogen flitsen. Ik vraag waarom ze zelf beweert dat haar mythologisering als zijnde een ‘medium’ voor universele ervaringen een vloek is, en dat ze wel degelijk gewoon de songs ‘creëert’ en niet louter ‘doorgeeft’ vanuit de Transcendenties zelve. (th) fronst.

Ze is ook een medium, misschien schat ze zichzelf fout in. Denk aan ‘The Only Heartbreaker’, een ode aan de frustratie die met (im)perfectie gepaard gaat. Rabiate idolatrie die weggespoeld wordt met een emmer gevuld met Dreftsap. Iemand met slechte intenties zou het misschien de artistieke val van het zelfmedelijden noemen, maar zo zie ik het niet. Het is een krachtige vertaling van een collectieve ervaring die we allemaal kennen. Wie maakt er immers geen fouten?

Ik moet erkennen dat de meeste mensen dan wel mogen deugen, maar ook fouten maken. Ook hier kan ik geen onwaarheid in (th)’s woorden vinden. Is het een perceptieoorlog? Is Mitski te hip en vind ik haar daardoor automatisch minder aantrekkelijk als artistiek idee? Dat soort hoogdravendheid zou me nog redelijk passen, dus ik let op mijn tellen. (th) schudt de valse parmezaan uit over zijn bord. ‘Wist je dat Thom Yorke en Jonny Greenwood een nieuwe plaat uitbrengen samen?’, probeert (th). En ja, dat weet ik, al is minder weten ongetwijfeld beter om een enthousiaste blik te genereren. Alles wringt. (th) kijkt op en hervat de discussie:

Soms zijn haar teksten ook erg werelds. Ze vertolkt naast de bovenbouw van deze generatie ook de onderbouw, ik bedoel de persoonlijke ervaringen. Slapeloosheid bijvoorbeeld. ‘And there’s nothing I can do/Not much I can change/Can I give it up to you?’ Hoe waar kan een tekst zijn? Ik heb er nog met vrienden over gesproken die aan insomnia lijden, en de lijn is unaniem: Mitski heeft gelijk.

De marxistische structurering van de werkelijkheid is niet helemaal (th), gezien de sociaaldemocratie hem al langer in de rangen sloot vermoed ik. Maar is Mitski de eerste Ware sinds Wittgenstein? Ik denk aan ‘Washing Machine Heart’, een aardige niemendal van twee minuten die meer dan 205 miljoen keer gestreamd werd op ieders favoriete Zweedse streamingdienst. Is dit dan The Mitski Experience? Het kan zomaar, de irreguliere akkoordenwissels zijn er, de synths-versus-gitaar-dynamiek is er, en ook het dreigende gevoel van het ‘net niet’ te zijn. Dat brengt me bij de crux van het Mitski-complex: alles is doorwrocht van eenvoudige metaforen en tweevoudige betekenislagen over een ‘zelf’ dat nooit genoeg kan zijn, maar paradoxaal genoeg zoeken Mitski-fans verwoed naar de échte Mitski. ‘Laurel Hell’ verkleint die afstand nergens.

“Je moet het ook niet al te ver zoeken. Mitski heeft het ook gewoon over zichzelf als artiest temidden van zakenmannen en -vrouwen in ‘Working For The Knife’. Enfin, oordeel zelf: ‘I used to think I would tell stories/But nobody cared for the stories I had about/No good guys‘. Dat is een eenduidige verwijzing naar haar plaats in de industrie en haar onvermogen om het geheel een bepaalde zin te geven.”

Ik moet het (th) nageven: er zitten persoonlijke verhalen vervat in Mitski’s werk. Maar wordt ze dan echt zo misbegrepen? Wordt ze daarom de ‘beste Amerikaanse songwriter van het moment’ genoemd? Het zijn vragen die blijven kleven. Misschien is een nederige erkenning van het fenomeen de enige uitweg. Niemand heeft ook baat bij een stellingenoorlog.

Weet je, eigenlijk is het ook niet erg. Iedereen mag toch vinden wat hij/zij/hen wilt, zeker? Laten we het over iets anders hebben, ik heb niet veel tijd meer. Het werk en de wekker morgenvroeg roepen al. Heb je die nieuwe tussenkomst van Riadh Bahri tijdens het journaal gezien?

Het is zo dat Riadh Bahri me niet verder weg van gedachten over Mitski duwt, integendeel. Hoe kan je twee zieners eenvoudig uiteenhouden? Ik weet het niet. Maar dat doet er ook niet toe. Het is tijd. Ik sta op, groet (th) hartelijk. (th) lacht minzaam, in de overtuiging dat de debatten gesloten zijn, de strijd gestreden. Ik sla berust in mijn lot de deur achter me dicht. Het lijkt zo eenvoudig, alles is nu klaar en duidelijk in zijn onduidelijkheid. Mijn koptelefoon over mijn oren plaatsend zing ik op de roltrap die naar het perron leidt: ‘Do mi ti, why not me?‘ Voor mijn geestesoog verschijnt een als Julie Andrews verklede Mitski, die knipoogt en ontdaan van haar platencontract gekozen heeft voor het enige genre dat de zieleroerselen van de dertiger écht vertolkt: de musical. Ik hoor nog net hoe ze ‘I could be a new girl/I will be a new girl‘ fluistert.

Elke gelijkenis met bestaande personen of gebeurtenissen berust op louter toeval.

Close
Menu