september 12, 2012
Geschreven door: Victor Goemans

In gesprek met Nils Frahm (Roskilde 2012)

Foto door Kim Matthäi Leland ©

In 2012 sprak onze redactie op de laatste dag van het Roskilde Festival met Nils Frahm over soundtracks, luie terminologie en Coldplay. Het werd een onderhoudend gesprek met een artiest op de toppen van zijn kunnen.

Nog voor zijn betoverende passage in de Gloria Stage, vatte Skyline Nils Frahm in het artiestendorp op Roskilde voor een interview over filmmuziek, reclame, praten tijdens concerten en de herfsttournee met zijn compagnons van Erased Tapes.

SR: Impressies lijken voor jou belangrijker te zijn dan songs. Ooit overwogen om een filmscore te schrijven?

“Eigenlijk ben ik momenteel in discussie met een regisseur daaromtrent, maar het moet wel de juiste film zijn. Ik wil niet eender wat doen, niet als bijverdienste. Als Wes Anderson me zou vragen om de soundtrack voor zijn volgende film te schrijven, zou ik niet aarzelen, denk ik. Het mag in ieder geval niets zijn waar ik grootste verwachtingen moet inlossen. Ik doe geen groteske strijkerspartijen, bijvoorbeeld. Het moet trouw aan mezelf blijven. Veel regisseurs komen als het ware met een playlist aandraven met muziek die ze graag zouden gebruiken – eigenlijk willen ze een Sigur Rós-nummer hier, een Radiohead-nummer daar – en om geld te besparen zoeken ze iemand die iets in die richting doet.”

SR: Of het exact kopieert, zoals bij Beach House.

“Ja, dat gebeurt voortdurend, helaas. Het is crimineel. Mij hebben ze ook al gevraagd voor zoiets.”

SR: Wat is het grootste verschil tussen de studioversie van je nummers en de live-benadering? Is er een verschil?

“In de studio speel ik overeenkomstig de omstandigheden, en live doe ik eigenlijk hetzelfde. Context en omgeving zijn heel belangrijk. In een intieme zaal waar iedereen gezeten is en je een naald kan horen vallen, speel ik vanzelf ook andere nummers, en op een andere manier – heel stil, heel rustig. Vanavond zal het een pak luider worden, ik heb zelfs distortion- en andere pedalen bij. Ik probeer me altijd op voorhand de sfeer van het optreden voor de geest te halen wanneer ik mijn set samenstel. In de studio daarentegen ben ik alleen en moet ik op niemand indruk maken; live moet je toch een zekere spanningsboog opbouwen.

SR: Wat is je standpunt over mensen die praten tijdens optredens? Heb je hier ooit al een nummer voor onderbroken? 

“Daar heb ik in feite zelden last van. Ik heb gespeeld in Spanje en Italië, waar mensen aan een stuk door kunnen ratelen, maar van bij het eerste nummer komt het er gewoon op aan een spanning te creëren, een sfeer waarbinnen enkel de muziek er nog toe doet. Ik heb daar wel een paar trucs voor, zodat ik nooit expliciet aan een publiek hoef te zeggen hoe het zich moet gedragen. Als het publiek luidruchtig is, zorg ik ervoor dat ik luider ben. Als het publiek stiller is, speel ik stiller. De mensen beseffen dus dat ik interageer, en plots voelen zich ongemakkelijk als ze praten. Ik laat het echt aan het publiek over om een omgeving te creëren waarbinnen ik mijn ding kan doen.

SR: Je maakt deel uit van het Erased Tapes-label. Kijk je uit naar de tour in de herfst?

“Om praktische redenen konden we er geen volledige Europese tour van maken, maar we kijken er allemaal erg naar uit. Ólafur Arnalds, A Winged Victory For the Sullen en mezelf zijn denk ik geen slechte vertegenwoordigers van wat het neoklassieke genre vandaag te bieden heeft.”

SR: Krijg je geen afkeer van die term, ‘neoklassiek’? 

“Het kan me niet veel schelen welk label mensen aan mijn muziek koppelen. Ik voel me er niet beknot door. Ik maak dit soort muziek al mijn hele leven, en plots heeft men daar een naam voor. En misschien helpt die naam jullie om dit artikel te schrijven, en anderen om mijn muziek te vinden. Een schilderij moet een titel hebben, mensen hebben een referentiepunt nodig en dus is het op zich geen slechte zaak. Maar ik heb in ieder geval weinig affiniteit met de term ‘neoklassiek’. ‘Modern-klassiek’ is ook zo’n term. Instrumentale muziek in de ruimste zin, dat lijkt me nog de beste omschrijving.

SR: Zou je ooit zingen op een album? Of iemand anders vragen voor een vocal? 

“Ja, misschien wel. Kijk naar Peter Broderick: hij vindt een fantastische manier om zang te combineren met een klassieke benadering. Dat vind ik geweldig. Maar ik heb vooralsnog geen plannen in die richting.”

SR: Heb je er ooit aan gedacht te touren of een album op te nemen met een band of orkest? 

“Ik heb aanbiedingen gekregen om te componeren voor en te touren met ensembles, maar voorlopig wil ik vooral de mogelijkheden van een soloconcert perfectioneren. Met een orkest speel je de set die je gerepeteerd hebt, solo heb je absolute vrijheid. Momenteel heb ik totale controle. Hoe meer muzikanten je op een podium hebt, hoe meer je beknot wordt in de mogelijkheid om te improviseren en op de omstandigheden in te spelen. Ik ben ervan overtuigd dat ik vroeg of laat wel met anderen zal spelen, maar daarvoor moet ik eerst nog de juiste mensen vinden.”

SR: Ryan Adams houdt van death en black metal. Wat is jouw meest onverwachte muzikale invloed?

“Ween, denk ik. Ik hou erg van hun platen; sommige nummers van hen zijn bedenkelijk, maar ze waren dolkomisch. Ik houd ook van bands als Eagles of Death Metal, of de meest agressieve techno, zoals Atari Teenage Riot.
In elk genre vind je fantastische bands.”

 SR: Dan is Roskilde the place to be: een diverser programma vind je niet vaak.  

“Inderdaad, en dat is ook wat ik vraag van het publiek. Luister eerst, en oordeel daarna: misschien word je onverwacht verliefd op een solo pianoconcert. Ik probeer zelf ook altijd zo onbevangen mogelijk te zijn, door niet te denken ‘wat een afgrijselijk gitaarmodel, de muziek zal wel slecht zijn.'” (lacht)

SR: Wat is je artiestieke doelstelling voor de komende jaren?  

“Ik probeer niet te veel te verwachten, want ik had ook dit nooit verwacht – op Roskilde spelen met een solo pianoconcert. Als je er niet teveel over nadenkt, kan je alleen maar positief verrast worden. Ik plan de komende maanden, en de rest volgt vanzelf wel.”

SR: Denk je dat je eigen nummers je ooit zullen gaan vervelen?  

“Misschien bepaalde ideeën, bepaalde patronen.  Radiohead stopte ‘Creep’ te spelen, omdat ze het nummer niet meer voelden. Voor elke artiest is het zo: je moet vooruitkijken, jezelf vernieuwen. Voor je eigen welzijn. Al dat brengt soms met zich mee dat bepaalde oudere ideeën niet meer werken.”

SR: Wat is de slechtste compositie die je ooit gemaakt hebt? 

Op ‘Nue’ van ‘Wintermusik’ ben ik een beetje uitgekeken de laatste tijd, dat speel ik niet meer zo vaak.

SR: Van de zalen waar je al gespeeld hebt, wat is je favoriete plaats? 

“Ik zag aan je telefoonnummer dat je van België bent. De AB in Brussel is geweldig, ik heb er in mei in de grote zaal gespeeld, samen met A Winged Victory For the Sullen. Het STUK is Leuven is ook heel mooi.”

SR: Wat plan je vanavond na de show te doen?

“Terug naar Hamburg rijden, vrees ik. Ik moet morgenochtend vroeg in Berlijn zijn. Om hoe laat speelt Björk, tien uur? Misschien dat ik het begin van haar show nog meepik. Ik zag haar tien jaar geleden op een festival van op de derde rij, maar ik was haast uitgedroogd en heb er niet echt van kunnen genieten, temeer daar het publiek ongelooflijk druk was. Ik zag ze onlangs in Reykjavik in oktober, vlak nadat ‘Biophilia’ uitkwam. Die zaal had maar een capaciteit van 500 mensen. En dàt is een goede omgeving om Björk te zien. Hoeveel mensen kunnen er hier voor de Orange Stage staan? 80.000? 65.000? Je kan je idee niet eindeloos uitvergroten, dat is als een beetje boter uitsmeren over een te groot stuk brood. Dit is voor bijna elke band moeilijk. Er zijn maar een beperkt aantal bands, zoals U2 of Coldplay, die zich de kunst van het bespelen van zo’n gigantisch publiek werkelijk eigen hebben gemaakt.”

SR: Is het effectief een kunst, op zo’n grote podia spelen? 

“Alles hangt af van het concept – je hebt foto’s die passen in een smal kader en foto’s die passen in een groot kader. Maar een kleine foto kan je niet onbeperkt uitvergroten. Het hangt af van de muziek, van het charisma en de stem van de zanger, enzovoort.”

Uitgelichte foto door Søren Lund Korsgaard ©

Interview afgenomen in een bloedhete trailer door Stef Claes en Victor-Jan Goemans

Close
Menu