november 21, 2021
Geschreven door: Marc Puyol Hennin

Geplande incongruentie

Live soundtracks zijn meestal geen goed idee.

Vorige week was ik in het Brugse Concertgebouw voor een optreden van een van ‘s werelds beste live bands. Amenra een zoveelste keer zien was deze keer niet het doel, wel hun muzikale ondersteuning van een film die zomaar in het rijtje Tokyo Story – Casablanca – Oldboy kan. En waarbij je ook mag stellen dat die laatste (zwaar) schatplichtig is aan Tarkovsky’s ‘Mirror’ (‘Zerkalo’).

Ik had me niet ingelezen, dus ik wist ook niet dat Amenra hybride – in akoestische opstelling, maar wel elektrisch – en vooral instrumentaal voor de dag zou komen, met zo bleek ook nog alleen maar nieuw materiaal speciaal voor de gelegenheid. ‘Mirror’ had ik niet eens eerder gezien omdat ik op veel vlakken een cultuurbarbaar ben. Ik kende a priori enkel ‘Solaris’, maar was gelukkig wel ietwat vertrouwd met Tarkovsky’s verpletterende invloed. Over Amenra’s muzikale inbreng kan ik helaas niet oordelen. Daarvoor is ‘Mirror’ een te groot meesterwerk. Het is een huzarenstukje dat eender welke liveband aan de voet van een kolossaal projectiescherm altijd zal overschaduwen. Waarmee ik meteen tot de kern van het probleem kom.

‘Mirror’ is zo’n film waarbij je achteraf een loads to unpack-momentje hebt (op z’n zachtst gezegd). Je brein kan het simpelweg niet aan om zowel film als muziek, laat staan het geheel van beide, te verwerken. Terwijl net een gebrek aan geheel heel vaak is wat er gebeurt wanneer soundtracks live geherinterpreteerd, of tout court voor het eerst geschreven en live uitgevoerd worden tijdens een projectie. Moedige muzikale oorspronkelijkheid ten spijt, is een film tot op zekere hoogte ook een wereld op zich, een planeet waar je als muziekgroep als het ware niet zomaar naartoe kan reizen. Zeker als die planeet in de tijdsgeest van Soviet Russia circa een halve eeuw geleden ligt. Wat weet het publiek nog over de vele historische referenties en de zwaarbeladen symboliek in de film? Hoe kan je zomaar een film over je heen laten gaan met een live soundtrack als zoveel aspecten – de cinematografie, kromme chronologie, psychoanalyse – helemaal niet vanzelfsprekend zijn in de (moderne) cinema. Want de keuze om een film zo moeilijk en multi-interpretabel te maken, is nou eenmaal verbonden aan een niet-kapitalistische economie. Tarkovsky moest dan wel een censuurcommissie doorstaan, hij hoefde geen verantwoording af te leggen aan privé-investeerders die rendement wilden zien. En reken maar dat de Sovjet-Unie ook haar Mark Rothko’s had in de culturele Koude Oorlog. Daarbij moet ik wel vermelden dat Tarkovsky zijn films net zo goed in het westen ‘verkocht’ of zelfs produceerde. Dus zo zwart-wit of zelfs idealistisch was die realiteit nooit.

Maar net ‘Mirror’ is misschien wel zijn meest compromisloze uiting als filmmaker. De originele filmmuziek van ‘Mirror’ is bijzonder klassiek en Tarkovsky was zelf pianist. Hoe zou hij nu denken over een andere muziekkeuze voor zijn meesterwerk? En wat weet Amenra? Wat is hun gevoel erbij? Gaan ze af op de scenes die zij als intens en dramatisch beschouwen om de goeie ouwe sludgehamer boven te halen? Mijn interpretatie is net dat de intensiteit in het slotstuk van de film zit – vooral dat deel heeft Park Chan-wook goed geleend – en net dan speelde de band met een ingetogen spanning. Dat wérkte trouwens ook. De andere combinaties van beeld en klank waren in het beste geval wat geforceerd. Colin van Eeckhout’s rol als Tarkovsky’s vader was moedig, maar op het randje van cringe. Ik wil niet zeggen pretentieus, want ik geloof oprecht dat de West-Vlamingen zelf veel inspiratie vonden in de film en dit uit eigen beweging wilden doen. Ik pleit dan ook niet voor heilige koeien waar je niet aan mag komen. Soms zit de schoonheid van iets net in het feit dat zo’n soort combinatie simpelweg te hoog gegrepen is. Voor eender welke band. En misschien vindt Amenra dat ook gewoon prima zo. Zolang we achteraf maar dingen bij naam mogen noemen.

Heilige koeien hoeven niet te bestaan, zolang we achteraf maar dingen bij naam mogen noemen

Natuurlijk zijn er nog talloze andere voorbeelden van eenmalige of niet zo eenmalige live soundtracks bij filmklassiekers, cultfilms of regelrechte B- en C-films. En bij veel van die voorbeelden kan je de term ‘hoogcultuur’ in een la opgeborgen laten. Het ligt er soms vingerdik op hoezeer iets tot stand komt puur op gevoel en zonder oog te hebben voor de artistieke consequenties. Op Roadburn 2015 waren er drie voorname live sountrack- uitvoeringen die qua artistiek totaalplaatje in tegenstelling tot Amenra’s soundtrack voor ‘Mirror’ niet eens een poging waagden: Solstafir en tot twee keer toe Italiaanse specialisten en soundtrackmakers Claudio Simonetti’s Goblin. De filmtitels laten zich al raden: respectievelijk ‘When the Raven Flies’, ‘Dawn of the Dead’ en ‘Suspiria’. Kennelijk was Thom Yorke er vermomd als metalhead bij, want drie jaar later zou hij voor de remake van die laatste van een – overigens puike – soundtrack voorzien, zij het beperkt tot een dubbele LP die live nooit het licht zag. Misschien maar goed ook.

Het effect van wat je in bovenstaande opname ziet (meta-alert!) komt steevast ook terug bij een klassieke live begeleiding waar dat oorspronkelijk nooit zo bedoeld werd door de filmmaker: het gebrek aan convergentie in de ervaring van de kijker/luisteraar (daar begint het al), terwijl Goblin de soundtrack zelf heeft gemaakt! Niet dat dit theoretisch onmogelijk hoeft te zijn, maar dan komen we weer uit bij een kip- of eiprobleem dat zich enkel laat oplossen als beide dingen tegelijk worden verzonnen. Een gat in de markt? Welnee.

Natuurlijk was er een tijd, tot een kleine eeuw geleden, waarin zo’n kipei (eikip?) een vanzelfsprekendheid was. Uit noodzaak. Veel puristen zullen sowieso beweren dat échte cinema stopte toen de geluidsband een ding werd. Cinematek viert die vervlogen periode dezer dagen door een middenweg te kiezen: de stille films worden weliswaar voorzien van een live soundtrack – zo was het vroeger ook – al wordt deze ter plekke geïmproviseerd door pianisten. Wellicht met gemengde resultaten, maar je kan er gif op drinken dat dit in de jaren ’20 van de vorige eeuw ook vaak gebeurde.

Bij wat ik voor het gemak heel lomp en kort door de bocht ‘revisionistische sountracks’ ga noemen, is er van improvisatie echter niet eens sprake. Het script én de film liggen al vast, dus het resultaat op het podium is per definitie het beste wat ervan gemaakt kon worden. En te vaak lijkt dat op een zwaktebod. Dat is – zie Goblin – zelfs zo wanneer de componist of makers van de oorspronkelijke soundtrack voor de live muziek zorgen. Want hoewel zo’n film op een festival, of in het Concertgebouw of in extreme gevallen op veel grotere schaal – zoals een zoveelste verjaardag van The Godfather met live symfonie-orkest in een Sportpladijs-achtige zaal – meestal leidt tot een niet onprettige ervaring, het is veelal minder dan de som der delen. Geen mix ter wereld kan beide media gedegen verzoenen. Tenzij – nogmaals – de soundtrack a priori gecomponeerd werd om live te worden uitgevoerd.

De ervaring van Amenra die ‘Mirror’ van soundtrack voorziet, zou ik altijd inruilen voor een normale screening van ‘Mirror’ in een filmhuis en een doordeweekse Amenra-show. Sterker nog: een concert zonder filmprojectie van Goblin kan net zo goed een meerwaarde zijn. Filmmuziek wordt vaak zat ‘op zichzelf’ gebracht en dat is alleen maar logisch. Je wil immers je zintuigen kunnen focussen. Artiesten op het podium willen dat net zo goed. Mijn punt is dus dat er per definitie geen meerwaarde vastkleeft aan het concept. Je kan je dan ook afvragen waarom het bestaat. Worden er niet te veel gaten gevuld waar er geen zijn?

Alleen Jamie Stewart weet hoe het wél moet

Tenzij. Jamie Stewart had in 2016 wel een ander idee toen hij de muziek van Twin Peaks door de gehaktmolen die zijn brein is, haalde. En live bracht. In het Concertgebouw van Brugge. De Kamermuziekzaal transformeerde toen spontaan in een Black Lodge en Xiu Xiu tekende voor één van de beste shows dat jaar. En dat allemaal vóór de (terechte) hype van seizoen 3! O ja, en welke scenes uit Twin Peaks werden geprojecteerd? Geen. Enkel een relatief klein scherm met daarop een loop van het trappenhuis en de plafondventilator, zonder geluidsband. Meer dan het meest suggestieve beeld uit heel de serie moet dat niet zijn, natuurlijk. Less is more.

Close
Menu