juli 7, 2021
Geschreven door: Sander Bortier

De zomerhit: Pasi

Pasi in de clip van ‘Patrice’, regie door Samir El Jattari

Wie ‘Oude God’ als titel ziet van een EP binnen het genre rap, legt al gemakkelijk de link met de ‘Older Gods’ waar Wu-Tang Clan het over had, en die later opnieuw opdoken in het solowerk van onder meer Ghostface Killah en Inspectah Deck. Bij hen verwees het naar de ouderen binnen de Five-Percent Nation, de levenswijsheid die gekenmerkt wordt door het geloof in een menselijke god. Nas, fel beïnvloed door zowel de Five-Percent Nation als Wu-Tang Clan, vermeldde de Older Gods dan weer op ‘Street’s Disciple’ als onderdeel van zijn perikelen bij het opgroeien in de New Yorkse straten.

Ook voor Pasi is Oude God een locatie, de wijk in Mortsel welteverstaan ­– zoals eerder werd bezongen door Della Bossiers op het album ‘Tien Plekken Om Nooit Meer Te Vergeten’. Voor Pasi betekent het rust en stabiliteit. Maar net zo goed kan Oude God verwijzen naar de oud-strijders die hij eert op ‘Medaille’, de hemellichamen op ‘Sterren’, de mythologische figuur op ‘Chronos’ of de oude god die Lumumba is op ‘Patrice’.

Immers, wie een nummer start met “Ik ben een kind van de kolonie, waar is mijn beloning?” laat weinig onduidelijkheid bestaan over het motief van zijn werk. Ook toen Pasi nog bij het mede door hem uit de grond gestampte collectief Eigen Makelij zat, was het een wederkerend onderwerp. Op ‘Vuur’ uit 2018, toen met Reflexo en Rakke, werd de Belgische driekleur geherinterpreteerd, wat leidde tot de aandacht van historici Gert Huskens en Idesbald Goddeeris. In hun artikel “Lumumba in the Hood. The Legacy of Patrice Lumumba in Rap Music since 1990” wordt Pasi als unicum vermeld in de Nederlandstalige rap met Lumumba als onderwerp, naast Franstalige referenties als Damso, Badi en Baloji. De neef van die laatste is overigens een van de kunstenaars die momenteel deelneemt aan de tentoonstelling ‘Congoville’ in het Middelheimmuseum.

En toch blijft Pasi de balans opzoeken, zo geeft hij aan wanneer we hem spreken. Het logo van zijn alter ego, een Afrikaans masker dat van emotie wisselt bij het omkeren, lijkt dit goed te visualiseren. Zijn muziek, zegt hij, staat niet voor het ene of het andere, maar zoekt de tweedeling op. Antwerps, maar Afrikaans van sound. Op enkele nummers na startte zijn EP volledig met samples van Afrikaanse muziek. Maar er is steeds de factor toeval: toen producer Cloos (met wie Pasi in een verleden het duo Diamantairs vormde) hem een sample van Patrice Rushen – jazeker, die van ‘Forget Me Nots’ – doorstuurde, kwam pas de ingeving om een track te maken over Lumumba.

Het idee hierover te schrijven was er al langer, maar het was wachten op een zekere maturiteit om het te verwoorden. Of een zekere rust, die misschien wel gevonden werd in Mortsel. Dan rest er ons nog de vraag, als eerste luik in deze zomerreeks: wat blijft Pasi op muzikaal vlak het meest bij in een turbulent 2021?

Simon

2021 was amper een week gevorderd of Mitxelena werd Simon en het nummer ‘Hart van Steen’ zag het licht.  De Nieuwe Lichting volgde, airplay ook, en zo stond een van de leden van Roedel in de Vox-playlist. Het is ook via dat Antwerpse collectief dat Pasi Simon leerde kennen: “een artiest die enorm hard voor zijn muziek werkt; van wie we in de toekomst zeker veel gaan horen”. Pasi werkt sinds kort met een ander (voormalig) lid van Roedel: Joost Hoekaf, die zichzelf omschrijft als een trapezium, want, “een driehoek met een hoek af”. Vorig jaar was er het nummer ‘Vicieuze Driehoek’, dat ongeveer gelijktijdig met ‘Cirkels’ van Yong Yello uitkwam. Beide hebben niets met elkaar te maken, maar de geometrische vormen leiden ons ertoe om Yello ook te vermelden – wiens debuutplaat een toekomstig muzikaal hoogtepunt van Pasi zal worden, zo zegt hij.

Damso

Damso wordt omwille van het nummer ‘Graine de Sablier’ ook aangehaald door Gert Huskens als voorbeeld van postkoloniale rap. Pasi zegt op ‘Patrice’ zich als Lumumba te voelen door te lang gezwegen te hebben; Damso heeft het dan weer over het in rook opgaan. “Al zijn de beelden verdwenen, de stem is gebleven en blijven spreken,” aldus Pasi. Een verwijzing naar “les images sont perdues; la voix est restée”, zoals verteld door Raoul Peck in zijn documentaire ‘Lumumba, la mort d’un prophète’ – dat zich, sinds vandaag, een Cannes Classic mag noemen.

Terug naar Damso. “Zijn adlibs klinken erg Congolees, zijn zanglijnen zijn uniek,” oordeelt Pasi. Dit jaar, vijf jaar na ‘Graine de Sablier’, bracht Damso ‘QALF Infinity’ uit, een onaangekondigd vervolg op ‘QALF’. En toch is elke delivery vernieuwend, zegt Pasi. Zo wordt op het nummer ‘Ψ. Passion’ voor het eerst (?) samengewerkt met een gospelkoor. “I must be strong,” zingen ze. Damso antwoordt door voor het laatst terug te komen op het gesneuvelde WK-lied. Deviltime!

Alesh

Sinds 2016 vindt Congolisation plaats, dat een podium geeft aan Brusselse artiesten met een Congolese achtergrond. Vorig jaar vond het voor het eerst plaats in de KVS, met zanger-muzikant-acteur Alesh als centrale gast van het Revolution Rap Concert. In de context van wat eerder geschreven werd kan zijn nummer ‘Celebration’ genoemd worden – een viering van het leven van Lumumba, ondersteund door een Congolees jeugdkoor en een sample van ‘World a Music’ van Ini Kamoze.

Alesh nodigde Pasi uit om een nummer te brengen, wat zijn blik op de werking van muziek in Afrika verruimde, na reeds vertrouwd te zijn geraakt met de klank. “Artiesten moeten er ook echt strijden om hun muziek gehoord te krijgen, laat staan tot in Europa.” Daarnaast is Alesh een artiest die vanuit eigen beheer werkt – “eigen makelij dus”. Lingala en het Antwerps van Pasi klonken er voor het eerst samen, een idee dat nu herhaald wordt op ‘Sterren’: een van de vier tracks op ‘Oude God’ onder de drie minuten. En ze staan goed, de sterren.

‘Oude God’ is Pasi’s derde EP en kwam uit bij Pasi Passief & Eigen Makelij in joint venture met WMG. Liveshows volgen later dit jaar. Dit artikel werd geschreven met dank aan Gert Huskens.

Close
Menu