april 21, 2021
Geschreven door: Lennart Drossaert

De klankkast achter het witte doek: Trent Reznor en Atticus Ross

Op 25 april sleept het kruin van de Westerse filmindustrie zich naar wat doorgaans bestempeld zou worden als een dubieus hoogtepunt van het voorbije jaar in de sector: de jaarlijkse Oscarceremonie. Dergelijke aangelegenheden zijn van nature een retroactief gebeuren. Achter de terugblik zal dit jaar een parelwitte pijnlijke grimas verscholen gaan: de voorbije maanden waren beroerd voor Hollywood en diens uitwassen. De 93e Oscarzittting zal er dit jaar een stuk anders uitzien: minder extravaganza én vermoedelijk heel wat minder aanwezigen.

Bij dat kransje gelukkigen zit een duo dat het hele gebeuren echter nog wat vreemder zal doen aanvoelen: Nine Inch Nails-frontman Trent Reznor en diens rots in de branding Atticus Ross prijken immers op de gastenlijst. Dat is niet louter om het gebeuren meer credibiliteit te verlenen: het tweetal is maar liefst twee keer genomineerd in de categorie ‘Best Original Score’. Met hun bijdrage voor ‘Mank’, de prent van David Fincher over Herman J. Mankiewicz, dingen ze een eerste keer mee naar de prijzen. Ook hun werk voor de soundtrack van ‘Soul’, de nieuwste telg in de catalogus van Pixar, maakt kans op een Oscar. Daardoor zijn hun kansen om de zitting te verlaten met een gouden beeldje niet gering. Wie de carrière van Reznor & co echter volgt – of de Oscarceremonies, dat kan natuurlijk ook – weet dat het niet de eerste keer zou zijn.

In 2013 lieten de industrial-iconen immers een zekere Hans Zimmer in het stof bijten. Ze mochten podiumwaarts paraderen en zich voor het oog van de wereld laten kronen tot winnaars van de ‘Best Original Score’ met hun werk voor ‘The Social Network’. Kortom: reden genoeg voor Skyline Rev om decennia aan soundtracks van Trent Reznor en Atticus Ross onder de loep te nemen.

Het eerbetoon aan Ian Curtis

In 1994 mag Trent Reznor persoonlijk dan wel in de lappenmand liggen, professioneel weet hij van zelfkastijding een handelsmerk te maken dat commercieel bijzonder goed scoort. De onderhuidse etterbuil barst in datzelfde jaar open en wordt uiteindelijk ‘The Downward Spiral’; tot op vandaag hét referentiealbum van Nine Inch Nails. Die plaat wordt – weinig tactvol – opgenomen in het huis waar Sharon Tate jaren voordien het leven liet. Het eerste nummer dat in die beruchte sessies vereeuwigd wordt, haalt uiteindelijk de selectie niet, maar wordt niet definitief ten grave gedragen. ‘Dead Souls’, een cover van de heren van Joy Division, belandt uiteindelijk op de soundtrack voor ‘The Crow’. Aanvankelijk wordt eerst New Order nog gevraagd om ‘Love Will Tear Us Apart’ te coveren , maar de bandleden weigeren. Peter Hook geeft uiteindelijk wél toestemming aan Reznor om zijn ding te doen met dat andere nummer van Joy Division, wat uiteindelijk resulteert in een cover die erg dicht bij het origineel aanleunt.

En zo geschiedde: ‘Dead Souls’ prijkt in enig mooi gezelschap op de soundtrack van ‘The Crow’: Robert Smith en de zijnen nemen er ‘Burn’ voor op. Maar liefst 25 jaar later zal Trent Reznor diegene zijn die The Cure in de Rock & Roll Hall Of Fame zal inaugureren. Zijn nog te horen op de soundtrack van ‘The Crow’: Rage Against The Machine, Pantera, Jesus and the Mary Chain en Cocteau Twins. Hoewel de creative destruction van ‘Dead Souls’ uiteindelijk de legendarische tracklist van ‘The Downward Spiral’ niet mag vervoegen, haalt Nine Inch Nails zijn eerbetoon aan Ian Curtis live in de jaren die volgen nog meerdere malen boven.

Woody Harrelson, Tarantino & Oliver Stone

Het blijkt een bijzonder productief jaar. Regisseur Oliver Stone vraagt Reznor aanvankelijk de toestemming om een nummer van Nine Inch Nails te mogen gebruiken voor diens nieuwste worp: ‘Natural Born Killers’. Aan overtuigingskracht geen gebrek; Reznor krijgt een ruwe versie van de langspeler te zien en biedt spontaan aan zijn verantwoordelijkheid in de soundtrack te verhogen. Uiteindelijk verschijnen er drie nummers van NIN op de soundtrack en cureert Reznor het hele gebeuren. Het resultaat is een bijzonder eclectische mixtape: Leonard Cohen, Patti Smith en Nusrat Fateh Ali Khan combineren met Dr. Dre en Jane’s Addiction? Check. Op de tonen van dat bont allegaartje van artiesten laten Mickey en Mallorey – alias Woody Harrelson en Juliette Lewis – hun spoor van vernieling en gruwel achter.

Ook hier was Reznor aanvankelijk niet de eerste keuze: Oliver Stone wou eigenlijk eerst bij ene Snoop Dogg aankloppen. Dat idee stootte echter op een njet van Warner Bros, gezien die op dat moment verdachte was in een moordzaak. Quentin Tarantino, die het script aanleverde voor ‘Natural Born Killers’, is aanvankelijk bijzonder misnoegd over de finale versie van de film. Hij draait echter bij wanneer hij Johnny Cash tegen het lijf loopt. The man in black vertrouwt Tarantino toe groot fan te zijn van diens werk én dan vooral van ‘Natural Born Killers’. Het kan verkeren.

Tr;dl

Drie jaar later staat David Lynch in de woonkamer van Trent Reznor in diens verblijf in New Orleans. Twin Peaks is ontploft en de frontman van Nine Inch Nails is bijzonder onder de indruk. Hij krijgt de vraag om bij te dragen aan ‘Lost Highway’.

“…I want you to picture this: there’s a box, OK? And in this box there’s snakes coming out; snakes whizzing past your face. So, what I want is the sound of that—the snakes whizzing out of the box—but it’s got to be like impending doom.”

David Lynch geeft instructies aan Trent Reznor voor de soundtrack van ‘Lost Highway’. Bron: Rolling Stone©

Uiteindelijk houdt Reznor ‘The Perfect Drug’ over aan de samenwerking. Het blijkt een nummer waar hij meewarig op terugkijkt. Zo laat hij in een interview met Viva 2 Magazine optekenen: “It’s the last thing that I would play to somebody if they said play me, you know, the top hundred songs you’ve written. I’m not cringing about it, but it’s not my favorite piece.” Later geeft hij ook toe dat zijn inbreng voor ‘Lost Highway’ niet zijn sterkste werk is.

Het deert de relatie met Lynch in ieder geval niet. In 2013 neemt hij nogmaals plaats in de regiestoel om de muziekclip van ‘Came Back Haunted’, de single van ‘Hesitation Marks’, te regisseren. De wederdiensten blijven elkaar opvolgen: voor de reprise van Twin Peaks laat Lynch ‘The’ Nine Inch Nails de volle vijf minuten integraal opdraven. Weinig regisseurs die daarmee wegkomen.

Enter Atticus Ross

In 2005 verschijnt de naam van Atticus Ross als producer op de credits van ‘With Teeth’, de meest toegankelijke plaat van Nine Inch Nails. Het blijkt een scharnierpunt en de start van een uiterst vruchtbare samenwerking. Ross werkt achter de schermen mee aan ‘Year Zero’ en zal uiteindelijk als co-writer bestempeld worden op het instrumentale ‘Ghosts I-IV’. Dat laatste werk blijkt van cruciaal belang: de agressie die NIN kenmerkt verdwijnt naar de achtergrond. Het residu dat achterblijft bevat nog steeds een dosis existentiële wanhoop, maar komt een stuk trager en subtieler binnen. Het blijkt de blauwdruk van nagenoeg alle scores waar ze het afgelopen decennium hun schouders onderzetten. In 2016 gebeurt het ondenkbare: Reznor laat het idee van Nine Inch Nails als one man army vallen en laat Atticus Ross als volwaardig lid de gelederen vervoegen. De kortstondige paniekaanval van fans van het eerste uur die vrezen dat Ross het venijn uit NIN zal halen verdwijnt wanneer die aankondiging gepaard gaat met de release van ‘Not The Actual Events’. De EP wordt door het duo zelf omschreven als “unfriendly” en “fairly impenetrable” en dat blijkt niet overdreven. Oef!

De meesterzet van David Fincher

De beslissing om Ross vast in dienst te nemen zal vermoedelijk gevoed zijn door het waanzinnige parcours dat het duo op korte tijd heeft weten af te leggen. Bij de eerste score die het duo onder eigen naam uitbrengt is het meteen raak: ‘Inception’ bijt in het stof en het is ‘The Social Network’ dat een Academy Award wegkaapt. Regisseur David Fincher weet als geen ander dat het duo achter NIN moeiteloos goochelt met de spanningsboog. Hij laat zich overtuigen om ‘Beyond Belief’ van Elvis Costello te laten vallen als track voor de openingsscène. In de plaats daarvan zien we Mark Zuckerberg na een bescheiden bender – het blijft een IT’er – de eerste stappen zetten in de oprichting van Facebook in zijn dorm room op de tonen van het dystopische ‘Hand Covers Bruise’. Het nummer zal nog tweemaal in de film opduiken: telkens in een versie waarbij de piano verder weg klinkt om het gevoel van isolatie nog meer in de verf te zetten, terwijl de kijker een jonge Zuckerberg brug na brug ziet opblazen. Een hoogmis voor de ramptoerist.

Na het succes van de prent en bijhorende score wil Fincher verder blijven surfen op dezelfde golf. In Hollywood kijken ze watertandend naar het kassasucces van de boeken van Stieg Larsson en besluiten er een adaptatie van te maken. Muzikaal blijft vooral de cover van ‘Immigrant Song’ hangen: Trent Reznor en Atticus strikken Karon O, die met verve haar innerlijke Robert Plant kanaliseert. De reeks loopt uiteindelijk op een sisser af: noch David Fincher, noch de hoofdrolspelers kunnen zich beschikbaar maken voor de volgende delen, waardoor de reeks na een sequel met volledig andere cast uiteindelijk roemloos doodbloedt.

Het betekent echter niet het einde van de samenwerking tussen de regisseur en de Oscarwinnaars. Hij weet het tweetal te strikken voor diens volgende print: de blockbuster ‘Gone Girl’. Het is een kolfje naar de hand van het duo: de lijdensweg van het personage van Ben Affleck wordt voorzien van de nodige suspense en tragedie. Uitschieter hierbij is het prachtige ‘Just Like You’, dat het gejaagde tempo van de film prachtig doorbreekt.

Amerikaanse trauma’s en de misstap

Het triumviraat met David Fincher opent deuren. In een periode van 7 jaar verschijnen er maar liefst 13 scores. Die zijn op zijn minst bijzonder divers te noemen: met ‘Patriots Day’, met ene Mark Wahlberg in de hoofdrol, capteren Atticus Ross en Trent Reznor de dramatische manhunt die volgt na de aanslagen op de Boston Marathon. “We saw ‘Patriots Day’ and we thought, ‘that sounds risky,’ a kind of big Hollywood picture about a current event. It’s an experiential film as opposed to arthouse film. We hadn’t done anything like that“, motiveerden ze hun keuze in Under The Radar Mag. Wie meewarig met het hoofd schudt na het lezen van de naam van Mark Wahlberg in combinatie met dergelijke filmtitel zal ongetwijfeld zijn gading vinden in een reeks van iets hoger kaliber. Trent Reznor en Atticus Ross stemmen immers ook in om een ander Amerikaans litteken te voorzien van geluid.

‘The Vietnam War’ is een uiterst beklijvende documentaire. Het is een allesomvattend en ijzersterk slotakkoord dat in 18 uur waardigheid geeft aan overlevers van het conflict tijdens een terugblik op een periode waarin die waardigheid consistent MIA leek. Ken Burns en Lynn Novick stellen de juiste vragen zonder ook maar een seconde gratuit over te komen. Ze ontwijken met verve de vele struikelblokken die het vertellen van een dergelijk verhaal met zich mee kan brengen. De makers zijn zich bewust dat de historie grotesk en pervers genoeg is en derhalve niet meer vraagt dan louter de essentie: de zelfreflectie van de protagonisten na een tijdsbestek dat hiervoor eindelijk ruimte laat.

Foto door Horst Faas/AP ©

Muzikaal is de hand van Ross hier tastbaar: korte snippets uit ‘Ghosts I-IV’ zijn met chirurgische precisie tussen het beeldmateriaal geplaatst en dragen bij aan een gevoel dat continu schippert tussen onwezenlijk en afkeer. De échte tour de force zit echter verscholen in de verschillende variaties van ‘The Wretched’ – qua keuze kan dat tellen – die te pas en onpas opduiken op beelden van de Ho Chi Minh Trail. Vermoedelijk kwalitatief het beste werk waar het tweetal zijn stempel op heeft mogen drukken.

Dat laatste kan niét gezegd worden over ‘Bird Box’. Zoals Reznor zelf liet weten in Revolver: “When we got immersed in it, it felt like some people were phoning it in…. And you’re stuck with a film editor who had real bad taste. That’s kind of our barricade to getting stuff in the film. And the final icing on the shit cake was we were on tour when they mixed it. And they mixed the music so low, you couldn’t hear it anyway. That was a fucking waste of time. Then we thought, no one’s going to see this fucking movie. And, of course, it’s the hugest movie ever on Netflix.” Qua cynische tackle kan dat tellen.

Oscars: Reprise

Binnenkort weten we of de drijvende krachten achter Nine Inch Nails een tweede Academy Award op zak mogen steken. Als de score voor ‘Mank’ in de prijzen valt, zou dat de tweede keer zijn dat ze de hoofdvogel afschieten samen met David Fincher. Niet dat de zwart-wit prent ook maar iets weg heeft van ‘The Social Network’. De film over Herman J. Mankiewicz is het werk van iemand – én over iemand – die nog maar bitter weinig verantwoording heeft af te leggen. Het is een werk dat bulkt van de liefde voor de film én is bovendien een verfilming van een script van Fincher senior. In tegenstelling tot eerdere samenwerkingen krijgen Reznor en Ross ditmaal geen duidelijke instructies. De maker van ‘Se7en’ en ‘Fight Club’ heeft namelijk geen flauw benul waar hij muzikaal naartoe wil en smeekt het duo dan ook om hem uit de nood te helpen. Het resultaat is bijzonder on-Nine Inch Nails. We horen big band arrangementen en iets wat met een beetje verbeelding door kan gaan als jazz.

Dat laatste is dan mogelijk ook de enige overeenkomst met het werk voor ‘Soul’, de tweede kanshebber op een Oscar. De soundtrack doet het kleurenpallet van Trent Reznor en Atticus Ross nog verder uitdijen en bevestigt hun reputatie als muzikale kameleons. Pixar doet Reznor zowaar hoopvol klinken: het broze ‘Epiphany’ is een opvallend warm werk voor iemand die live zich nog het best laat vergelijken met een nihilistische pletwals. De voorspelling vooraf in Rolling Stone dient dus met een korrel zout geserveerd te worden: “Who knows? We’ll see if we can taint Pixar and darken them up.

Of hen dat ook een Oscar zal opleveren, zullen we weten op 25 april.

Uitgelichte afbeelding door © Kevin Winter.

Close
Menu